25 November

TODAY'S  
      You need: book (p. 64), pen
  • brain teaser
  • answer check
  • grammar: relative pronouns
  • self-study time
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TODAY'S  
      You need: book (p. 64), pen
  • brain teaser
  • answer check
  • grammar: relative pronouns
  • self-study time

Slide 1 - Tekstslide

By the end of this lesson,

     
         -you've learned how to use 'Relative Pronouns                                        (betrekkelijke voornaamwoorden)' in English.

Slide 2 - Tekstslide



Two girls have the same parents and were born at the same hour on the same day of the same month, but they are not twins. How can this be possible?

Slide 3 - Tekstslide

 They were not born in the same year.

Slide 4 - Tekstslide

nakijken
Bladzijde 64 _ opdracht 3 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Relative Pronouns: who, which, that
Do you know how/when to use them?

Slide 7 - Tekstslide

Relative Pronouns: who, which, that, whose

Slide 8 - Tekstslide

Study box
PAGE 86

Slide 9 - Tekstslide

Relative Pronouns: who, which, that

Kijk mee
bladzijde 71 _ opdracht 3

Slide 10 - Tekstslide

CHECK IT OUT

Slide 11 - Tekstslide

test yourself
PAGE 71_ EX. 4



Done? Learn vocab of 2.5 on p. 85 & 86



timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Let's recap
Wij gebruiken 'who' om te verwijzen naar ..........  
   Wij gebruiken 'which' om te verwijzen naar ..........  
Wij gebruiken 'that' om te verwijzen naar ..........  

En 'whose'?     

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link