Vergelijking
In een vergelijking beschrijf je de overeenkomst tussen iets en het beeld ervan. Er zijn vier soorten vergelijkingen:
1) Vergelijking met als;
2) Vergelijking zonder als;
3) Vergelijking met van;
4) Vergelijking zonder verbindingswoord.
VOORBEELD: Lachen als een boer die kiespijn heeft.
Hij ging er als een haas vandoor.
Je kamer lijkt wel een kloostercel.