Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Signaalwoorden
Signaalwoorden
in het Duits, welke
ken je?
1 / 18
volgende
Slide 1:
Woordweb
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden
in het Duits, welke
ken je?
Slide 1 - Woordweb
Wat weet je al over een signaalwoord?
Slide 2 - Open vraag
signaalwoorden
Een signaalwoord in een zin vertelt iets over het verband tussen die zin en de zin daarvoor.
Signaalwoorden geven je inzicht in de structuur van de tekst.
Daarnaast staan de antwoorden op de vragen vaak na of in de buurt van de signaalwoorden!!!!!!
Slide 3 - Tekstslide
Vertaal: aber
Mit Zucker, aber ohne Milch, bitte.
Slide 4 - Open vraag
Vertaal: zum Beispiel
Zu den Konjunktionen gehören zum Beispiel: aber, denn, oder, und.
Slide 5 - Open vraag
Sie kann schon sehr gut Fußball spielen, _______ sie noch sehr jung ist.
A
deshalb
B
weil
C
außerdem
D
obwohl
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal: jedoch
Ich will einen Kredit aufnehmen, jedoch ist die Bank nicht einverstad
Slide 7 - Open vraag
in plaats daarvan
pas echt
inderdaad
ook
auch
erst recht
tatsächlich/in der Tat
stattdessen
Slide 8 - Sleepvraag
Wir möchten nach Hause gehen, ______ wir sehr müde sind.
A
want
B
wegens
C
omdat
D
dat
Slide 9 - Quizvraag
_______ der Polizei, hat der Dieb Geld und Wertpapiere gestohlen.
A
volgens
B
overigens
C
hoewel
D
bovendien
Slide 10 - Quizvraag
Vertaal: der Verfasser.
Der Verfasser schreibt viele Bücher.
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: Gegensatz
Gegensatz von schnell: langsam.
Slide 12 - Open vraag
wann?
was?
wer?
wie?
wo?
woher?
wohin?
wanneer?
wat?
wie?
hoe?
waar?
waarvandaan?
waarheen?
Slide 13 - Sleepvraag
Vertaal: Nachteil oder Vorteil
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent het woord schließen in de volgende zin:
Was kann man aus dem 1. Absatz schließen?
Absatz = alinea
A
sluiten
B
beslissen
C
concluderen
D
besluiten
Slide 15 - Quizvraag
dem 3. Absatz nach betekent:
volgens de 3e alinea
goed
fout
Slide 16 - Poll
Welche Frage passt in die Lücke in Absatz 4? betekent:
Welke vraag past op de open plek in alinea 4?
goed
fout
Slide 17 - Poll
Waar sta je nu als het gaat om het leren voor leestoets, volgende week?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Meer lessen zoals deze
Week 32, les 2, 4m Signaalwoorden 4-4-24
4 dagen geleden
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
April 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
April 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Week 32, les 2, 4m Signaalwoorden 4-4-24
4 dagen geleden
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
November 2023
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Signaalwoorden
Juni 2021
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Signaalwoorden
April 2024
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
Mei 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4