2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat

H2.2. Voorwaarden voor een rechtsstaat
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H2.2. Voorwaarden voor een rechtsstaat

Slide 1 - Tekstslide

In dit land zijn meerdere politieke partijen toegestaan
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 2 - Quizvraag

Er is sprake van censuur
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 3 - Quizvraag

Een rechter moet lid zijn van de grootste politieke partij
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 4 - Quizvraag

Je mag de overheid aanklagen als je het niet eens bent met een beslissing
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 5 - Quizvraag

2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat lees op
lesboek bladzijdes 36 t/m 39 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan de voorwaarden voor de rechtsstaat benoemen en uitleggen 

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden  
1. Grondwet met grondrechten 
2. Er is een machtsverdeling --> Trias Politica
3. Het legaliteitsbeginsel 
4. Onafhankelijke rechtspraak 

Slide 8 - Tekstslide

1. Grondwet
  • Belangrijkste document 
  • Grondrechten
  • Klassiek en sociaal 

Slide 9 - Tekstslide


Klassieke grondrechten


Beschermen ons tegen de overheid 
Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

Staan sinds 1848 in de Grondwet
Klassiek betekent: 'iets uit vroeger, maar niet verouderd'

Hier mag je voor naar de rechter stappen als je denkt dat hier niet aan voldaan is 

Slide 10 - Tekstslide


Bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie 

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 11 - Tekstslide


Sociale grondrechten



Plichten van de overheid: 

zorgen voor een goed bestaan


Zijn pas later in de Grondwet gekomen

Overheid moet zich ervoor inspannen, maar je kan er niet voor naar de rechter stappen 

Slide 12 - Tekstslide


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 13 - Tekstslide

Botsting grondrechten Rechtszaak Rituals 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

2. Machtenscheiding
  • Franse filosoof Montesquieu (1689 - 1755)
  • 'De ervaring leert dat iedereen die de macht heeft, geneigd is daar misbruik van te maken'

Slide 16 - Tekstslide

Verdeling van de macht - Trias Politica
waarom?
  • Maakt absolutisme en dictatuur onmogelijk
  • Voorkomt onrechtvaardigheid
  • Checks and balances: Verschillende machten
    controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’. 

Slide 17 - Tekstslide

Wetgevende macht
  • TAAK: Maakt wetten
  • Volksvertegenwoordigers beslissen of een wetsvoorstel wordt aangenomen door te stemmen.
  • Parlement controleert of de uitvoerende macht zijn werk goed doet.

Slide 18 - Tekstslide

Uitvoerende macht
  • TAAK: Voert wetten uit
  • Regering zorgt dat aangenomen wetten worden uitgevoerd.
  • Is politiek verantwoordelijkdagelijks bestuur van land.
  • Geeft leiding aan ambtenaren, militairen en politie

Slide 19 - Tekstslide

Rechterlijke macht
  • TAAK: Rechtspraak, is onafhankelijk
  • Houdt iedereen zich aan de wetten? Zo niet, wat dan?
  • Beoordeelt of mensen straf moeten krijgen.
  • Geeft een oordeel als burgers, bedrijven en overheid een conflict hebben.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De _______ macht is verantwoording verschuldigd aan de wetgevende macht. De _______ macht is verantwoording schuldig aan de burgers. De burgers hebben invloed op de wetgevende macht door middel van _______.
De _______ macht controleert vervolgens de uitvoering van de wetten en regelgeving en treedt op als _______ bij conflicten tussen machten. De rechterlijke macht wordt gecontroleerd door de uitvoerende macht die de rechterlijke macht organiseert.
verkiezingen
wetgevende
rechterlijke
uitvoerende
scheidsrechter

Slide 22 - Sleepvraag

3. Het legaliteitsbeginsel
Ook de overheid moet zich aan de wet houden - rechtsbescherming 

Bedoeld om machtsmisbruik tegen te gaan.
Heerschappij van de wet gaat hier gelden.

Burgers en overheid weten waar ze aan toe zijn
>> wantrouwen en onzekerheid maken plaats voor vertrouwen en rechtszekerheid.

Slide 23 - Tekstslide

Komt naar voren in...
  1. Strafbaarheid 
  2.  Strafmaat
  3. Ne bis in idem 

Slide 24 - Tekstslide

Wat kost de boete voor appen op de fiets?
A
90 euro
B
95 euro
C
100 euro
D
140 euro

Slide 25 - Quizvraag

Hoe lang is levenslang?
A
De rest van je leven
B
30 jaar
C
25 jaar
D
20 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de maximale straf bij een verkrachting?
A
6 jaar
B
10 jaar
C
12 jaar
D
100 uur taakstraf

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de maximale strafmaat voor doodslag?
A
5 jaar gevangenis
B
10 jaar gevangenis
C
15 jaar gevangenis
D
25 jaar gevagenis

Slide 28 - Quizvraag

Leerdoel
Je kan de voorwaarden voor de rechtsstaat benoemen en uitleggen 

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk 
  • Lezen paragraaf 2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat lesboek bladzijdes 36 t/m 39 

  • Maken in je digitale werkboek van paragraaf 2.2 vraag 2, 3, 4, 7,  8 en 9

Slide 30 - Tekstslide