ch2 herhaalles

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

bonne année 2025

Bonjour!

Présence

tout le monde est présent?

herhaling hs 2 deze week

1. werkwoorden op -er vervoegen

2. de ontkenning: ne... pas

3. les nombres 0-69 (1C) / 0-100 (1G)

4. zinnen oefenen

wanneer ben je succesvol in deze les?

bonjour!

comment tu t'appelles?

tu as quel âge?

tu habites où?

Tu as un frère ou une soeur?

tu aimes le coca?

werkwoorden op -er vervoegen

schrift erbij!

stap 0 : dit moet je weten

je  = ik                                    nous = wij

tu  = jij                                    vous = jullie of u

il    = hij                                   ils = zij (meerv.)

elle = zij                                  elles = zij (vrouwelijk meerv.)

on = men (wij)

stap 1: haal -er eraf

parler (betekent: praten)

parler min - er =

parl

dit is de stam

daar moet je iets achter gaan plakken

stap 2: kijk wat ervoor staat

en bedenk wat daarbij hoort

bij je : een -e

bij tu : -es

bij il, elle on: een -e

bij nous: -ons

bij vous: -ez

bij ils en elles: -ent

stap 3: plak het erachter

(hoe zou jij stap 1-2-3 in een schemaatje kunnen tekenen?)

parler

je parle

tu parles

il parle

nous parlons

vous parlez

ils parlent

maak samen zinnetjes met:

parler (praten)

regarder (kijken)

chercher (zoeken)

trouver (vinden)

gebruik steeds een ander onderwerp! 

(je-tu-il-elle-nous-vous-ils-elles)

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

parle

parlez

parlons

parlent

parle

parles

Aimer	Houden van
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

Regelmatige werkwoorden op -er

aime

aiment

aimons

aime

aimes

aimez

danser	dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

Regelmatige werkwoorden op -er

danse

dansent

dansons

danse

danses

dansez

je (regarder) la télé
geef de goede vorm van regarder

nous (chercher) le chat

H grammaire

de ontkenning  p.86/88

ik praat = je parle

ik praat niet = je ne parle pas

de ontkenning (ne/n' ... pas)

ne... pas of n' .... pas

stap 1. zoek het 1e werkwoord in de zin

stap 2. zet in gedachten voor én achter het werkwoord een stokje

stap 3. op het 1e stokje komt ne, op het 2e stokje komt pas

ne .... pas of n'... pas?

!! als het werkwoord begint met a/e/i/o/u/h dan gebruik je n'

(je 'verstopt' de e van ne)

je ne parle pas français

je n'aime pas la pizza

je cherche le supermarché

1. zoek het 1e werkwoord in de zin

je cherche le supermarché

2. zet in gedachten een stokje voor en na het werkwoord

je | cherche | le supermarché

3. zet 'ne' op het 1e en 'pas' op het 2e stokje

je ne cherche pas le supermarché

zelf een schema maken

welke zin is juist?

1. vous ne aimez pas les fruits?
2. vous n'aimez pas les fruits?
3. vous pas aimez ne les fruits?

eet jij niet veel?

welke is juist?

1. tu ne manges beaucoup pas?
2. tu ne pas manges beaucoup?
3. tu ne manges pas beaucoup?
4. tu manges ne beaucoup pas?

ik praat niet met Marianne

welke is juist?

1. je ne parle pas avec Marianne
2. je ne pas parle avec Marianne
3. je parle n'avec pas Marianne
4. je n'parle pas avec Marianne

wij zoeken de kat: nous (chercher) ..... le chat

jij praat Frans: tu (parler) ...... français

wij zoeken de kat niet: 

jij praat niet Frans: 

hoeveel - de afspraak - morgen - goed - iedereen

de kaart alstublieft

houd jij van cola?

hoeveel kost het?

heeft u twee croissants?

les nombres

les nombres 20-69

welk getal staat er? schrijf het cijfer op
trente-quatre

welk getal staat er? schrijf het cijfer op
cinquante-huit

welk getal staat er? schrijf het cijfer op
vingt-cinq

1G: page 84

les devoirs

chapitre 4, herhaling

au revoir! 

ça coute combien? (zinnen G)

2,50

3,00

1,25

4,40