Blok 6: komma, (stoffelijk) bnw

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
mens, plant, dier of ding
B
het vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
C
iets wat je kan doen
D
een getal
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
mens, plant, dier of ding
B
het vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
C
iets wat je kan doen
D
een getal

Slide 1 - Quizvraag

bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Woordweb

stoffelijk
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Woordweb

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
'De stoute kinderen krijgen op hun kop.'

Slide 4 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
'Waarom plaagt die jongen dat arme meisje?'

Slide 5 - Open vraag

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin:
'Mijn kat ligt graag in dat rieten mandje.'

Slide 6 - Open vraag

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin:
'In deze dunne, glazen buisjes zitten gevaarlijke stoffen.'

Slide 7 - Open vraag

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin:
'De ivoren slachttanden van een mammoet waren ijzersterk.'

Slide 8 - Open vraag

komma

Slide 9 - Woordweb

Schrijf de zin met een komma:
'Sorry heb je even tijd?'

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de zin met een komma:
'Het kamp vindt plaats op 25 26 en 27 juni.'

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de zin met een komma:
'Samuel haalde een hoog cijfer terwijl hij niet goed had geleerd.'

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de zin met een komma:
'Toen ik de buurman sprak vertelde hij me over de nare gebeurtenis.'

Slide 13 - Open vraag