In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herhaling vorige les
Slide 1 - Tekstslide
Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
verschijnsel-besprekingsstructuur
Slide 2 - Quizvraag
Welke tekststructuur past niet bij de beschouwing?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur
Slide 3 - Quizvraag
Welke tekststructuur past niet bij de uiteenzetting?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
verschijnsel-verklaringsstructuur
Slide 4 - Quizvraag
Opdrachten
Hierna volgen verschillende opdrachten waarbij je de geleerde theorie moet toepassen. Lees steeds goed de vraag en de tekstfragmenten en neem de tijd om het juiste antwoord te geven. Succes!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vier alinea's ervan. 1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt 2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste drie alinea's ervan. 1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt 2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is
Slide 9 - Open vraag
Dit is het slot van de tekst: " 's Ochtends koeien melken, 's middags op het ijs."
Dit is het slot van de tekst: "Pak de tabakslobby keihard aan."
Tekst 1
Tekst 2
Slide 10 - Tekstslide
Het slot van tekst 1 (koeien/schaatsen) is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting
Slide 11 - Quizvraag
Het slot van tekst 2 (tabakslobby) is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting
Slide 12 - Quizvraag
Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?
Slide 13 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de vraag/antwoordstructuur. Wat staat er in het middenstuk?
Slide 14 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?