In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leesvaardigheid
Slide 1 - Tekstslide
Les van vandaag:
Leesvaardigheid: de tekstopbouw en de tekststructuur
wat staat er in de samenvatting?
bekijk het filmpje
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vier alinea's ervan. 1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt 2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste drie alinea's ervan. 1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt 2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vijf alinea's ervan. 1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt 2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is
Slide 11 - Open vraag
Dit is het slot van de tekst: " 's Ochtends koeien melken, 's middags op het ijs."
Dit is het slot van de tekst: "Pak de tabakslobby keihard aan."
Tekst 1
Tekst 2
Slide 12 - Tekstslide
Het slot van tekst 1 (koeien/schaatsen) is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting
Slide 13 - Quizvraag
Het slot van tekst 2 (tabakslobby) is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting
Slide 14 - Quizvraag
Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
verschijnsel-besprekingsstructuur
Slide 15 - Quizvraag
Welke tekststructuur past niet bij de beschouwing?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur
Slide 16 - Quizvraag
Welke tekststructuur past niet bij de uiteenzetting?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
verschijnsel-verklaringsstructuur
Slide 17 - Quizvraag
Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?
Slide 18 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de vraag/antwoordstructuur. Wat staat er in het middenstuk?
Slide 19 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?
Slide 20 - Open vraag
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
samenvatting van de verschillende onderdelen
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of
stelling
Slide 21 - Sleepvraag
Wat heb je geleerd - 1
Deinleidingloopt tot en met het moment dat je weet wat
het onderwerp / de hoofdvraag / het standpunt is
Het middenstuk start met het geven van
uitleg / antwoorden / oplossingen / argumenten
Het slot rondt het geheel af met een
samenvatting / conclusie / aanbeveling / toekomstvisie / herhaling van het standpunt
Slide 22 - Tekstslide
Wat heb je geleerd - 2
Er zijn verschillende tekststructuren, die afhankelijk van de hoofdgedachte, worden gebruikt. Elk met een andere inhoud van inleiding - middenstuk - slot.