8. 3 okt: Taalgebruik (3+4): onderwerp en structuur (1b)

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
Welkom vwo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
Welkom vwo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag donderdag 3 oktober: 
  • Numo: al gedaan
  • Herhaling oude stof
  • Huiswerk bespreken
  • Taalverzorging
  • Nieuwe stof: inleiding, kern, slot
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: 
Les 3 (taalgebruik pg 48-49)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kern van een boodschap

Onderwerp: één woord of een woordgroep, bijvoorbeeld:
olifanten

Deelonderwerpen: onderwerp van een of meerdere alinea's:
  • olifanten in het wild
  • olifanten in de dierentuin
  • olifanten in het circus

Hoofdgedachte: onderwerp in één zin:
  • Er zijn verschillende soorten olifanten. 
  • Olifanten moeten beschermd worden. 
  • Olifanten hebben een bijzonder dieet. 

Kernzin: belangrijkste zin in de alinea.
Eerste zin, tweede zin of laatste zin van de alinea.
Deze zin bevat de hoofdzaken uit de alinea. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Schrijf een hoofdgedachte bij het onderwerp 'de zomervakantie'.
2. Schrijf twee deelonderwerpen op bij jouw onderwerp en hoofdgedachte. 
timer
3:00
Onderwerp: één woord of een woordgroep, bijvoorbeeld:
olifanten
Deelonderwerpen: onderwerp van een of meerdere alinea's:
  • olifanten in het wild
Hoofdgedachte: onderwerp in één zin:
  • Er zijn verschillende soorten olifanten.  


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkopdracht >>>
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
a. voetbal op kunstgras
b. bol.com
c. lettervermicelli

Onderwerp: één woord of een woordgroep, bijvoorbeeld:
olifanten
Deelonderwerpen: onderwerp van een of meerdere alinea's:
  • olifanten in het wild
Hoofdgedachte: onderwerp in één zin:
  • Er zijn verschillende soorten olifanten.  


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht nakijken
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
a. voetbal op kunstgras
  •  deelonderwerpen: gevaar voor gezondheid, blessuregevoeligheid.
  • hoofdgedachte: Professionele voetbalclubs stappen af van voetballen op kunstgras.

Slide 8 - Tekstslide

tot hier
Opdracht nakijken
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
b. bol.com
  •  deelonderwerpen: gemak, online koopverslaving
  • hoofdgedachte:  Bol.com vertegenwoordigt de mooie en minder mooie kanten van onze consumentenmaatschappij.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht nakijken
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
c. lettervermicelli
  •  deelonderwerpen: taalvaardigheid, spelenderwijs leren
  • hoofdgedachte: Lettervermicelli leent zich voor leuke taalspelletjes met kinderen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht nakijken
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
d. kunst
  •  deelonderwerpen: beeldende kunst, podiumkunst, schilderijen, kunst in de openbare ruimte
  • hoofdgedachte: Kunst zou voor iedereen toegankelijk moeten zijn, zowel beeldende kunst als podiumkunsten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Kernzin
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Deelonderwerp
Handboek, Taalgebruik les 3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je laptop er weer bij, verder met taalverzorging >>>

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
stellende trap
vergrotende trap
overtreffende trap
-er
-st
mooi(e)
mooier(e)
mooist(e)
groen(e)
groener(e)
groenst(e)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben het ... (blij) met smakelijke cadeaus.
A
blijst
B
meest blij
C
blijest
D
meer blij

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overtreffende trap van weinig is:
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stellende trap van veel is:
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van ...?

lief
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trappen van vergelijking:
dwaas-dwazer-...
A
dwaasts
B
dwazerst
C
dwaast
D
meest dwaas

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd
D
vreemdsdt

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trappen van vergelijking:
triest-triester-
A
triestst
B
meest triest
C
triesterer
D
triestt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van veel ?
A
veel, meer, meest(e)
B
meer, minder, meest(e)
C
veel, meest(e), meer
D
veel, meest(e), minst

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'trappen van vergelijking' zijn goed?
A
verrukkelijk - verrukkelijker - verrukkelijkst
B
mooi - mooier - meest mooi
C
lelijk - lelijkster - lelijkst
D
roze - rozer - rozest

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstopbouw
Hoe ziet de opbouw van een tekst eruit?

Kijk en schrijf mee. Maak aantekeningen!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel + Inleiding
  • Aandacht trekken door:  
  •    - anekdote
  •    - opvallende stelling of mening
  •    - actuele gebeurtenis
  •    - het voordeel voor de lezer
  • kennismaking met het onderwerp
Tekstopbouw
Middenstuk

Slot


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
   - anekdote
   - opvallende stelling of          mening
   - actuele gebeurtenis
   - het voordeel voor de            lezer

- kennismaking met het onderwerp
Tekstopbouw
Middenstuk
  • onderwerp uitwerken in deelonderwerpen
  • overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
   - anekdote
   - opvallende stelling of          mening
   - actuele gebeurtenis
   - het voordeel voor de            lezer

- kennismaking met het onderwerp
Tekstopbouw
Middenstuk
- onderwerp uitwerken in deelonderwerpen
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
  • de afronding
  •  terugblik op inleiding en de kern
  • krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
  • vaak de hoofdgedachte

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
   - anekdote
   - opvallende stelling of          mening
   - actuele gebeurtenis
   - het voordeel voor de            lezer

- kennismaking met het onderwerp
Tekstopbouw
Middenstuk
- onderwerp uitwerken in deelonderwerpen
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met extra tekst:
Lees de tekst op pagina 12.
Maak vraag 7. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies