Psychologie op wielen, les 1: basisprincipes klantpsychologie

Psychologie op wielen, les 1: basisprincipes klantpsychologie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Psychologie op wielen, les 1: basisprincipes klantpsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychologie op wielen
Onderwerpen:
Basisprincipes van de psychologie
psychologie van de klant
Eigen aankoopgedrag analyseren
Marketing en psychologische behoeften
Invloed uitoefenen op klanten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychologie op wielen
Module : 7 weken 

Elke les een verwerkingsopdracht, samen een portfolio

Alles inleveren via It's Learning 
Deadline: 23 januari 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les: 
  • Introductie tot de psychologie, basisbegrippen zoals motivatie, perceptie, en attitude.
  • Doel: Begrijpen hoe deze principes van invloed zijn op menselijk gedrag en besluitvorming.
  • Opdracht: Persoonlijke ervaringen met deze principes.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisprincipes 
Motivatie
Perceptie 
Attitude

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie
(wat drijft mensen om bepaalde
keuzes te maken?)

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie
Motivatie verwijst naar de drijfveren achter ons gedrag. Het is wat ons aanzet om bepaalde acties te ondernemen en doelen na te streven. 



Slide 7 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie: Dit komt van binnenuit. Bijv. mensen die iets doen omdat ze het leuk vinden of het interessant vinden, zonder externe beloningen. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die geniet van het helpen van klanten en het sluiten van deals.

Extrinsieke motivatie: Dit komt van buitenaf. Bijv. mensen die iets doen om een externe beloning te krijgen of een straf te vermijden. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die hard werkt om een bonus te verdienen of om kritiek van de baas te vermijden.
Intrinsieke Motivatie
Scenario: Jan is een autoliefhebber die graag rijdt en waarde hecht aan de rijervaring.

Motivatie: Jan is intrinsiek gemotiveerd om een nieuwe auto te kopen omdat hij geniet van autorijden en op zoek is naar een voertuig dat hem plezier en voldoening geeft.

Gedrag: Jan besteedt veel tijd aan het onderzoeken van auto's die bekend staan om hun rijprestaties en rijplezier. Hij is bereid om meer geld uit te geven aan een auto die aan zijn hoge verwachtingen voldoet, zelfs als dat betekent dat hij moet sparen of een lening moet afsluiten.

Extrinsieke Motivatie
Scenario: Lisa heeft een nieuwe baan gekregen waarbij ze regelmatig klanten moet bezoeken en indruk moet maken.

Motivatie: Lisa is extrinsiek gemotiveerd om een nieuwe auto te kopen omdat ze een goede indruk wil maken op haar klanten en collega's. Ze wil een auto die haar professionele imago versterkt.

Gedrag: Lisa kiest voor een luxe automerk dat bekend staat om zijn status en prestige. Ze is minder geïnteresseerd in de technische specificaties van de auto en meer in hoe de auto haar zal laten overkomen bij anderen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de invloed van perceptie op aankoopgedrag?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Perceptie
Het gaat om hoe we de wereld om ons heen waarnemen en betekenis geven aan wat we zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Perceptie kan sterk variëren tussen individuen, afhankelijk van hun ervaringen, verwachtingen en context. Bijvoorbeeld, twee klanten kunnen dezelfde auto zien, maar de ene ziet het als een luxe voertuig terwijl de andere het ziet als een praktische keuze.


Slide 10 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie: Dit komt van binnenuit. Bijv. mensen die iets doen omdat ze het leuk vinden of het interessant vinden, zonder externe beloningen. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die geniet van het helpen van klanten en het sluiten van deals.

Extrinsieke motivatie: Dit komt van buitenaf. Bijv. mensen die iets doen om een externe beloning te krijgen of een straf te vermijden. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die hard werkt om een bonus te verdienen of om kritiek van de baas te vermijden.
Klant A: Positieve Perceptie

Achtergrond: Klant A heeft altijd positieve ervaringen gehad met dit automerk. Ze hebben vrienden en familieleden die auto's van dit merk bezitten en er zeer tevreden over zijn.

Perceptie: Klant A ziet de auto als betrouwbaar, stijlvol en van  hoge kwaliteit.
Gedrag: Door deze positieve perceptie is Klant A meer geneigd om de auto te kopen. Ze vertrouwen op de reputatie van het merk en voelen zich zeker over hun aankoopbeslissing.
Klant B: Negatieve Perceptie

Achtergrond: Klant B heeft ooit een negatieve recensie gelezen over dit automerk en heeft gehoord over problemen met eerdere modellen.

Perceptie: Klant B ziet de auto als onbetrouwbaar en van mindere kwaliteit.
Gedrag: Door deze negatieve perceptie is Klant B minder geneigd om de auto te kopen. Ze zijn sceptisch en zullen waarschijnlijk verder zoeken naar alternatieven die ze als betrouwbaarder beschouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke houdingen en gedrag (attitude) beïnvloeden het koopgedrag?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Attitude
Attitude gaat over onze mentale en emotionele houding ten opzichte van iets. Het omvat onze overtuigingen, gevoelens en gedragsneigingen.


Slide 13 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie: Dit komt van binnenuit. Bijv. mensen die iets doen omdat ze het leuk vinden of het interessant vinden, zonder externe beloningen. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die geniet van het helpen van klanten en het sluiten van deals.

Extrinsieke motivatie: Dit komt van buitenaf. Bijv. mensen die iets doen om een externe beloning te krijgen of een straf te vermijden. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die hard werkt om een bonus te verdienen of om kritiek van de baas te vermijden.
Positieve Attitude
Sarah is milieubewust en heeft een positieve houding ten opzichte van duurzaamheid en milieuvriendelijke producten.
Cognitieve Component: Sarah gelooft dat milieuvriendelijke auto's beter zijn voor het milieu en helpen om de CO2-uitstoot te verminderen.
Emotionele Component: Sarah voelt zich goed en trots wanneer ze milieuvriendelijke keuzes maakt.
Gedragscomponent: Sarah is geneigd om producten te kopen die haar milieuvriendelijke waarden ondersteunen.

Negatieve Attitude
Mark heeft een negatieve houding ten opzichte van elektrische auto's omdat hij gelooft dat ze niet betrouwbaar zijn en beperkte actieradius hebben.

Cognitieve Component: Mark denkt dat elektrische auto's niet praktisch zijn voor lange afstanden en dat de laadinfrastructuur onvoldoende is.
Emotionele Component: Mark voelt zich gefrustreerd bij het idee van het moeten plannen van laadstops tijdens lange ritten.
Gedragscomponent: Mark vermijdt het kopen van elektrische auto's en geeft de voorkeur aan traditionele benzine- of dieselauto's.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht

Kies een recente aankoop die je hebt gedaan (bijvoorbeeld een kledingstuk, gadget, of iets anders boven de 50,-)
Beantwoord de volgende vragen om te reflecteren op de rol van motivatie, perceptie en attitude bij deze aankoop.

Slide 15 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie: Dit komt van binnenuit. Bijv. mensen die iets doen omdat ze het leuk vinden of het interessant vinden, zonder externe beloningen. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die geniet van het helpen van klanten en het sluiten van deals.

Extrinsieke motivatie: Dit komt van buitenaf. Bijv. mensen die iets doen om een externe beloning te krijgen of een straf te vermijden. Bijvoorbeeld, een autoverkoper die hard werkt om een bonus te verdienen of om kritiek van de baas te vermijden.
Motivatie
1. Wat was je belangrijkste motivatie voor deze aankoop? Was het intrinsiek (bijvoorbeeld plezier, interesse) of extrinsiek (bijvoorbeeld beloning, sociale goedkeuring)?
2. Hoe heeft deze motivatie je beslissing beïnvloed?

Perceptie
1. Hoe nam je het product waar voordat je het kocht? Wat viel je het meest op (bijvoorbeeld uiterlijk, merk, prijs)?
2. Hoe beïnvloedde deze perceptie je beslissing om het product te kopen?

Wat waren je gedachten en overtuigingen over dit product voordat je het kocht?
Welke gevoelens had je ten opzichte van het product?
Hoe beïnvloedden deze gedachten en gevoelens je beslissing om het product te kopen?
Verwerkingsopdracht:
Schrijf een korte reflectie (ongeveer 200 woorden) waarin je de antwoorden op bovenstaande vragen samenvat. Bespreek hoe motivatie, perceptie en attitude samenwerkten om je aankoopbeslissing te beïnvloeden.


Attitude
1. Wat waren je gedachten en overtuigingen over dit product voordat je het kocht?
2. Welke gevoelens had je ten opzichte van het product?
3. Hoe beïnvloedden deze gedachten en gevoelens je beslissing om het product te kopen?
Verwerkingsopdracht:
Schrijf een korte reflectie (ongeveer 200 woorden) waarin je de antwoorden op bovenstaande vragen samenvat. Bespreek hoe motivatie, perceptie en attitude samenwerkten om je aankoopbeslissing te beïnvloeden.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies