les 24 verplaatst naar vrijdag spelling getallen (paragraaf 11)

Spelling paragraaf 4-13 
Paragraaf 11 Getallen uitschrijven, of niet?
                      

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling paragraaf 4-13 
Paragraaf 11 Getallen uitschrijven, of niet?
                      

Slide 1 - Tekstslide

Spelling paragraaf 4-13           

  1. Pitches:  Ramazan, Silas, Marton, 
  2. Uitleg getallen schrijven
     - wanneer letters        (achthondertwintig 
     - wanneer cijfers                              of 820?)
  3. Kahoot 'getallen in cijfers of letters?'
  4. Oefeningen maken

Slide 2 - Tekstslide

Getallen
We hebben het over getallen in formele tekst.
Wat zijn de regels?


Slide 3 - Tekstslide

Getallen met woorden
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?

Uitschrijven met woorden: 
  • één t/m twintig                                                     >> zeven, ook rangen: achtste
  • tientallen tot honderd                                       >> twintig, dertigste
  • honderdtallen tot duizend                              >> achthonderd
  • duizendtallen tot twaalfduizend                 >> duizend, elfduizend
  • miljoen, miljard, biljoen                                   >> (schrijf los: zeven biljoen)

  • Bij grote getallen kan je cijfer en woord combineren (335 duizend)

Slide 4 - Tekstslide

Getallen in cijfers
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?

Schrijven in cijfers: 
  • getallen boven de twintig, uitgezonderd tientallen en honderdtallen. (48, 67.589)

  • exacte waardes (maten, gewichten, temperaturen, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, jaartallen)
    (45 kilometer, 1988, Ooievaarlaan 2, 17%)

  • Bij grote getallen kan je cijfer en woord combineren (335 duizend)

Slide 5 - Tekstslide

Getallen
Let op:
  1. Schrijf breuken los, tenzij in een samenstelling
    twee derde (2/3)
    vijf drie vierde (5 3/4)
    driekwartsmaat (samenstelling)
    achtenhalf, tweeënhalf 

  2. Als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor
    kleine aantallen. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^ 
nos.nl

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^

Regel: als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor kleine aantallen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Zelfstandig oefenen
Maak online planning 14 > getallen. (2 opdrachten)






Slide 10 - Tekstslide