Blok 2 Vervoer

Blok 2 Vervoer
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Blok 2 Vervoer

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Uitleg blok 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
  • waarom Willem I de infrastructuur verbeterde en op welke manieren hij dat deed;
  • het gebruik van vervoermiddelen in Nederland in de juiste tijdsvolgorde plaatsen;
  • wat er veranderde door de komst van de (stoom)trein;
  • hoe het leven van mensen veranderde in de negentiende eeuw;
  • Wat tol betalen inhoudt. 

Slide 3 - Tekstslide

Willem I
Nadat Napoleon is verslagen wordt Nederland weer een koninkrijk.
Koning Willem I komt vanuit Engeland naar Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

Kanalen
  • Willem I wilde dat Nederland, net als Engeland zou industrialiseren. Fabrieken, spoorlijnen  en stoommachines. 
  • Nederland zou zo welvarender zou worden. Hiervoor moest wel de infrastructuur verbeterd worden.  
  • Vanaf 1819 werd het Noord-Hollands Kanaal gegraven zodat schepen de haven van Amsterdam, via Den Helder,  konden bereiken.  Andere kanalen volgden snel...

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Noord-Hollands Kanaal

Slide 7 - Tekstslide

Trekschuit in 1819. Belangrijk vervoersmiddel. 7 km/u

Slide 8 - Tekstslide

Tol betalen
  • Vroeger waren wegen vaak particulier bezit (= bezit van persoon of bedrijf) om gebruik te maken van deze wegen betaalde je meestal tol.
  • Reizen duurde hierdoor erg lang, je moest steeds stoppen. 
  • Tegenwoordig betaalt de overheid voor de infrastructuur.
  • Wel zijn er tegenwoordig nog bruggen en tunnels waar je tol  moet betalen. Dit heeft te maken met de kosten van deze infrastructurele werken. 

Slide 9 - Tekstslide

Spoorwegen
  • Fabrieken hadden steenkool en ijzererts nodig. Nederland importeerde  deze grondstoffen vanuit het buitenland. 
  • Het vervoer van deze goederen werd goedkopen door de aanleg van spoorlijnen
  • De eerste stoomtrein reed in 1839 tussen Haarlem en Amsterdam. 
  • Eind 19e eeuw is de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV

Slide 13 - Quizvraag

Koning Willem I kreeg de bijnaam 'koning-koopman'. Wat betekent die naam?
A
Dat Willem I veel spullen kocht.
B
Dat Willem I veel deed voor de handel.
C
Dat Willem I erg rijk werd.
D
Dat Willem I een absolute koning was.

Slide 14 - Quizvraag

Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?
A
Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
B
Subsidies geven aan fabrieken.
C
De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
D
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer werd de eerste spoorlijn geopend?
A
In 1839
B
In 1939
C
In 1739
D
In 2039

Slide 16 - Quizvraag

De eerste spoorlijn in Nederland werd aangelegd tussen
A
Amsterdam en Utrecht
B
Amsterdam en Rotterdam
C
Amsterdam en Den Haag
D
Amsterdam en Haarlem

Slide 17 - Quizvraag

Waarom moet je voor sommige wegen tol betalen?

Slide 18 - Open vraag

Eén land, één volk
  • Willem I werd in 1815 koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Maar inwoners voelden zich geen Nederlander.
  • Door de verbeterde infrastructuur voelden mensen zich meer met elkaar verbonden. 
  • Willem I wilde dat Nederlanders trots waren op hun land =>  nationalisme 
  • Geschiedenisverhalen, musea, kastelen en monumenten dragen bij aan deze Nederlandse trots.
  • Op scholen spraken kinderen voortaan verplicht de  Nederlandse taal.

Nationalisme was een verschijnsel dat in heel Europa voorkwam in de 19e eeuw

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Grootste haven van Europa
Rotterdam is de grootste haven van Europa en een belangrijke doorvoerhaven.
Massagoederen, zoals graan.
Stukgoederen, zoals fietsen of telefoons.
Verschil: Massagoederen worden los in het ruim van een schip geladen, stukgoederen zijn per stuk verpakt

Slide 24 - Tekstslide

Nieuwe vervoersmiddelen
Door gebruik van stoommachines werd de relatieve afstand kleiner
Mensen konden sneller en beter reizen
Infrastructuur verbeterde en men kreeg meer verbinding met het land
Enige nadeel: Wielen waren nog van hout of ijzer. Pas veel later werden rubberbanden uitgevonden.

Slide 25 - Tekstslide

1867: de eerste fiets werd gepresenteerd op de Wereldtentoonstelling in Parijs

Slide 26 - Tekstslide

Wie was de allereerste koning
of koningin van Nederland?
A
Willem van Oranje
B
Willem I
C
Wilhelmina
D
Prins Willem V

Slide 27 - Quizvraag


A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Nationalisme
D
Hooligans

Slide 28 - Quizvraag