Thema 8.2 spelling en grammatica deel 1

Nederlands LJ3
Welkom Allemaal

Heeft iedereen een pen?
Telefoon bak/kluis, Jas


Kunnen we starten?


Praat Nederlands met me... Even Nederlands met me..
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands LJ3
Welkom Allemaal

Heeft iedereen een pen?
Telefoon bak/kluis, Jas


Kunnen we starten?


Praat Nederlands met me... Even Nederlands met me..

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands
Thema 8 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica

Slide 2 - Tekstslide

De les start met opdracht 1 in quizvorm in deze lessonup. We kijken even terug naar eerdere thema's 

Daarna uitleg over de PV en maken de leerlingen opdrachten die daarbij horen.

In thema 7 hebben we hier filmpjes voor gebruikt. Die zou je nog kunnen laten zien:

PV in de tegenwoordige tijd:
https://www.youtube.com/watch?v=IiBIYp2lnMQ&t=246s

PV in de verleden tijd:
https://www.youtube.com/watch?v=pLXL1C5E_h8
Verwachtingen
  • Telefoon/jas
  • Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag.
  • Doe actief mee
  • luister naar iedereen
  • wacht op je beurt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Aan het einde van deze les:

weet je wat de persoonsvorm is en kun je die in een zin vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst even terugkijken
Wat weet je nog uit de andere thema's.
Van alles door elkaar!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De A, U en O zijn klinkers
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste manier om activiteit in lettergrepen te verdelen?
A
act-i-vi-teit
B
ac-ti-vi-teit
C
a-cti-vi-teit

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een lidwoord?
A
leuke
B
dansen
C
feest
D
een

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een werkwoord?
A
leuke
B
dansen
C
feest
D
een

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
in
B
muziek
C
vergeten
D
goede

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
A
in
B
muziek
C
vergeten
D
goede

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de ik-vorm van het werkwoord "dansen"
A
dans
B
dansd
C
danst
D
dansen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verleden tijd van:
"ik verf"
A
Ik vervte
B
Ik verfte
C
Ik verfde
D
Ik vervde

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Start
blz 283 en 284:

We lezen samen de theorie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is makkelijk?
Een vraagzin maken is vaak de makkelijkste manier.
De persoonsvorm (PV) komt dan altijd vooraan te staan.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat doen we even voor.....
Jan loopt iedere dag naar school.

Loopt Jan iedere dag naar school?

Loopt staat vooraan en is dus de persoonsvorm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen 
We gaan vraagzinnen maken. 

Je ziet 3 zinnen.
Maak er een vraagzin van.

Denk aan de hoofdletter aan het begin van de zin!!!!!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin van:
"de auto rijdt heel snel"

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin van:
"Gisteren kreeg ik buikpijn"

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin van:
"Ilse fietst naar huis."

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op zoek naar de persoonsvorm
Je krijgt een aantal zinnen te zien.

Weet jij wat de persoonsvorm is?

TIP: maak in je hoofd een vraagzin voor je antwoord geeft!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop iedere dag naar school.
A
ik
B
dag
C
loop
D
school

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij gingen met een kleine groep sporten.
A
sporten
B
groep
C
kleine
D
gingen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn tante is ontzettend creatief.
A
is
B
ontzettend
C
mijn
D
tante

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meisje gaat elke maand naar zwemles.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij verveelt zich vaak in het weekend.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken
blz 286 opdracht 4:
Schrijf de vraagzin in je schrift.
Zet een streep onder de PV

Blz 286 en 287:
Schrijf de PV in je schrift. 
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar? Ga naar studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 8 Grammatica & Spelling

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
Opdracht 4 en opdracht 5

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
- Leg uit wat....



- Tips/tops voor jezelf en voor mij

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies