Nakijken analyse

Nakijken 2018-1 
24 vragen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nakijken 2018-1 
24 vragen

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken van het examen
1. We kijken eerst gewoon examen na, per vraag houd je aan behaalde punten bij
2. Bij twijfel van de open vragen of spelling/stijl, stel ze zo krijg je een beter beeld.
3. Wees kritisch, het antwoord moet er echt staan.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vond je de vragen tot zover
A
Goed te doen
B
Moeilijker dan verwacht
C
Makkelijker dan verwacht

Slide 3 - Quizvraag

Vooraf
In de 24 vragen kon je 42 punten halen
N=term bij dit examen was 0,7. Hier gaan we ook mee rekenen.

Indien anders aangegeven kan je 1 punt krijgen bij de vraag!

Slide 4 - Tekstslide

vraag 1
“Steeds meer mensen maken, net als Juul Martin, gebruik van onbenutte spullen of diensten die anderen ter beschikking stellen. Vaak betalen ze er een bescheiden bedrag voor, soms stellen ze er een wederdienst tegenover.” (regels 35-41). 
Citeer door eerste twee en laatste twee woorden op te schrijven+ regelnummer

Slide 5 - Tekstslide

vraag 2: alinea 6
vraag 3: alinea 9
vraag 4: D

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5--> 5 punten
1 We kunnen efficiënter omgaan met goederen.
2 Het past in het ideaal van de participatiemaatschappij (die de overheid  voorstaat).
3.  Het levert financieel voordeel op.
4 Het is duurzaam.
5 Het contact met andere mensen is leuk.
per juist element 1

Slide 7 - Tekstslide

vraag 6
“Er zijn dan minder banen, maar de drempel tot ondernemerschap is verlaagd.” (regels 170-172)
Ook goed: “Het geld dat mensen niet uitgeven aan auto’s of boormachines geven ze aan andere dingen uit.” (regels 164-167)

Slide 8 - Tekstslide

7. c
8.  De kern van een goed antwoord is (vier van de volgende):
− Deugden als vriendelijkheid en gastvrijheid zijn volledig
geëconomiseerd. / Het is een (ongewenste) extreme vorm van
kapitalisme.


Slide 9 - Tekstslide

− Deeleconomie is een containerbegrip geworden waaronder ook initiatieven vallen die niets met delen te maken hebben. / Sommige initiatieven hebben niets met delen te maken.
− Mensen krijgen (zo) steeds minder privacy. / Bedrijven beschikken over
steeds meer informatie van mensen.
− Er ontstaat een risico op monopolievorming.
− Het systeem van reviews is onwenselijk. / Het systeem van reviews is
beperkt en kan oneerlijk zijn.
− Er verdwijnt werkgelegenheid.
per juist element 1

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9--> 5 punten
1.  De deeleconomie biedt veel mogelijkheden. / Deelinitiatieven
gaan behoren tot de standaardkeuzemogelijkheden.
2 Het is een oplossing voor problemen in de opkomende
economieën waarin de behoefte aan spullen groeit.
3 Tweeënhalf miljard Aziaten kunnen niet allemaal een auto bezitten.

Slide 11 - Tekstslide

4 Het biedt een oplossing voor de toenemende eenzaamheid.
5 Door de deeleconomie krijgen we weer verbinding met onze buren.

per juist antwoord 1 punt
Beoordeel spelling en grammatica


Slide 12 - Tekstslide

10. c
11. 1 en 4 (beide moeten goed zijn voor 1 punt)
12. 2 punten De kern van een goed antwoord is: 
• De overheid is hypocriet / asociaal / verzaakt haar zorgplicht 1
• want ze waarschuwt tegen lenen en tegelijkertijd bevordert/stimuleert
ze lenen 1
Beoordeel de spelling en grammatica


Slide 13 - Tekstslide

13. De kern van een goed antwoord is: Roken kan dodelijk zijn en lenen niet.  Fout: Roken kan niet vergeleken worden met lenen.
Maximumlengte van het antwoord: 10 woorden, beoordeel spelling

Slide 14 - Tekstslide

14. Het gaat erom dat roken en lenen slecht voor je zijn. / Roken en lenen zijn slecht (volgens de overheid). Maximumlengte van het antwoord: 15 woorden. Beoordeel de spelling en grammatica.
15. In beide gevallen ben je niet vrij. / Je zit eraan vast.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 15 - Tekstslide

16. De auteur doet de voorwaarden af als onbelangrijke argumenten. / Het gaat de auteur om het principe. Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 16 - Tekstslide

17. De kern van een goed antwoord is:
• (oorzaak:) Jongvolwassenen kunnen vaak de langetermijngevolgen niet overzien / Je hebt (als jongvolwassene) nog niet door wat de implicaties zijn / Ze doorgronden met hun puberbrein de implicaties nog niet 1
• (reden:) Jongeren moeten een lening aangaan om (te kunnen leren en)
(een goede) kans te kunnen maken op de arbeidsmarkt / Je moet wel
als je (wilt studeren en) later een (goede) baan wilt hebben 1
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 17 - Tekstslide

vraag 18
  • De term sociaal is misplaatst 1, omdat het onderwijs minder toegankelijk wordt voor mensen met weinig geld 1
of
• Het is niet sociaal 1 om burgers (vanaf hun achttiende levensjaar) schulden bij de overheid
op te dringen 1
of
• Geld moeten lenen om te kunnen studeren 1 • is niet sociaal 1
Maximumlengte van het antwoord: 25 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 18 - Tekstslide

19. C
20. B(2)

Slide 19 - Tekstslide

vraag 21
Na vergelijkbare maatregelen in het buitenland gingen daar ook niet minder studenten studeren. / Op basis van de ervaringen in het buitenland is de verwachting dat ook hier maar weinig studenten zullen afzien van studeren.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 20 - Tekstslide

5=3, 4=2, 3=2, 2=1,  1=0
22. standpunt 5
argument 4
subargument 1
toelichting 2
toelichting 3

Slide 21 - Tekstslide

23. De kern van een goed antwoord is:
De overheid is verantwoordelijk voor goed onderwijs. / De overheid moet investeren in (goed) onderwijs.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 22 - Tekstslide

24.  Iemand die gestudeerd heeft, gaat (veel) meer verdienen dan iemand die niet gestudeerd heeft 1
• en kan dan later makkelijk de lening terugbetalen 1
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 23 - Tekstslide

Tel het aantal punten op
Lees cijfer af in beoordelingstabel van de docent.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide