OSP - lesweek 10

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Semester: 3
Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Semester: 3
Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Wat
Hoe lang
Opening
10 minuten
Klassikale feedback
45 minuten
Aan de slag
25 minuten
Afronden les
10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les

Waarom:
Denk na over de feedback die gegeven wordt. Je kunt de feedback gebruiken om je eindopdracht te verbeteren 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het eigenlijk?

Slide 4 - Tekstslide

Feedback
Algemeen:
Feedback betekent dat je te horen krijgt hoe je iets gedaan hebt. Het doel van feedback is om degene die feedback krijgt na te laten denken zodat hij/zij kan leren

Vandaag:
We gaan voorbeelden bekijken van verslagen en deze vergelijken met de criteria uit de rubric

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  1. Je eindopdracht
  2. De rubric (let op: er is verschil tussen niveau 3 en niveau 4)
  3. Pen en papier / laptop om aantekeningen mee te maken

Tip:
Let op bij ALLE feedback die gegeven wordt. Ook als het niet om jouw verslag gaat. Je kunt altijd nadenken over de tips die gegeven worden waarmee je je eigen verslag kunt aanpassen

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten feedback
Er bestaan verschillende soorten feedback. 

Inhoud:
De tekst die in je verslag staat

Strategie:
De manier waarop je een bepaalde taak hebt aangepakt

Slide 7 - Tekstslide

Feedback op strategie
Een aantal punten die je prestaties kunnen beïnvloeden:
  • Lage aanwezigheid tijdens de lessen
  • Niet serieus met de les bezig zijn (kletsen, op telefoon/laptop zitten zonder daarbij bezig te zijn met school)
  • Weinig studenten die huiswerk maken
  • Geen student heeft zijn verslag voor de afgesproken datum ingeleverd voor feedback.

Stel jezelf de vraag:
Heeft jouw inzet van de afgelopen weken ervoor gezorgd dat je optimaal voorbereid bent voor de eindopdracht van dit vak?

Slide 8 - Tekstslide

Feedback op inhoud
In de sheets hierna zien jullie voorbeelden van verslagen die studenten hebben gemaakt. Deze zullen besproken worden aan de hand van de beoordelingscriteria van de rubric

Een aantal opmerkingen:
  • De voorbeelden zijn anoniem gemaakt, je ziet niet van wie de verslagen zijn

Slide 9 - Tekstslide

Start van het verslag
Of

Slide 10 - Tekstslide

Indeling van een verslag

Slide 11 - Tekstslide

Criterium 1: Structureert de verkregen informatie en bevindingen. Schrijft een passende/werkbare beginsituatie van de client
De heer is getrouwd toen hij en zijn echtgenote 22 jaar oud waren..... Toen de heer en zijn echtgenote getrouwd waren, hebben zij een zoon gekregen. Toen hun zoon 10 jaar was is echtgenote weer gaan werken tot haar pensioen. Het huwelijk kan omschreven worden als wat afstandelijk: echtgenote zorgde voor de kinderen en de heer was veel weg. De heeft twee kinderen: een zoon en een dochter. Op dit moment is de zoon van de heer zorginhoudelijk... In 2019 vielen de geheugenproblemen wat meer op
Top:
Deze student heeft een uitgebreid verhaal geschreven dat een vrij compleet beeld van de situatie geeft.

Tip:
  1. Zorg voor een logische volgorde
  2. Denk aan de lay-out (zie sheet hierna)

Slide 12 - Tekstslide

Lay-out
De student links is heel volledig in haar verhaal. Het leest niet zo prettig


De student rechts heeft goed gebruik gemaakt van het ordeningsmodel van de ontwikkelingsgebieden

Slide 13 - Tekstslide

Criterium 1: Structureert de verkregen informatie en bevindingen. Schrijft een passende/werkbare beginsituatie van de client
Niet duidelijk genoeg taalgebruik:
Leerling E heeft een vertraagde informatieverwerking. 
Leerling E. doet alles zelfstandig thuis en op school
Leerling E. gaat goed om met meiden en vrouwen van school

Beter:
Leerling E kan zich goed concentreren. Als de andere leerlingen praten, daar kijk hij naar en ga daarna weer veder met de les.

Tip:
  1. Geef voorbeelden om een beeld te geven van de situatie (hoe ziet de vertraagde informatieverwerking eruit?
  2. Wees je bewust van begrippen zoals 'goed, altijd, alles'. Wees concreter!

Slide 14 - Tekstslide

Tip voor de beginsituatie
  1. Zorg dat je de situatie van de cliënt zo uitgebreid beschrijft dat degenen die je cliënt niet kennen een goed beeld van je cliënt krijgen  
  2. Gebruik voor je beginsituatie een ordeningsmodel (zie de LessonUp van les 4 voor meer informatie)

Slide 15 - Tekstslide

Criterium 2: formuleert minimaal drie ondersteuningsvragen die logisch voortkomen uit de beginsituatie
Uit de beginsituatie:
'Leerling E. vind lastig om andere leerlingen te vragen om een spelletje te spelen '

De ondersteuningsvraag:
Leerling E. gaat binnen 6 maanden een spelletje spelen met een leerling uit zich zelf. 
Top:
De ondersteuningsvraag komt terug in de beginsituatie

Tip:
  1. Wees uitgebreider: wat vind E. lastig, geef voorbeelden
  2. Denk goed na over hoe je de vraag opschrijft

Slide 16 - Tekstslide

Tip voor de ondersteuningsvragen
  1. Schrijf je ondersteuningsvragen vanuit de cliënt
  2. Beschrijf ze positief. Voorbeeld: begeleid mij met het opruimen van mijn kamer. Niet: begeleid mij zodat mijn kamer niet een rommel wordt
  3. Start je ondersteuningsvragen met een werkwoord: begeleid mij, ondersteun mij, leer mij

Een ondersteuningsvraag zou kunnen zijn:
Leer mij hoe ik een klasgenoot kan vragen om een spelletje met mij te doen

Slide 17 - Tekstslide

Criterium 3: motiveert de ondersteuningsvraag vanuit de gebruikte informatiebronnen (niv 4) / onderbouwt de ondersteuningsvraag (niv 3)
Uit de beginsituatie:
Ondersteun mij bij het plannen van sociale activiteiten en het omgaan met sociale situaties?

Onderbouwing:
Mijn client heeft heet moeilijk om zelfstandig sociale activiteiten uitvoeren.

Top:
Student heeft uitgelegd waarom de ondersteuningsvraag te maken heeft met sociale activiteiten

Tip:
Je uitleg kan uitgebreider

Slide 18 - Tekstslide

Tips voor de onderbouwing van je ondersteuningsvragen
  1. De ondersteuningsvragen moeten van meerdere bronnen afkomstig zijn. Alleen een gesprek met een cliënt is dus niet voldoende!
  2. Leg uit of je ondersteuningsvragen expliciet (vanuit de cliënt) of impliciet (vanuit anderen) is
  3. Leg uit waarom je deze ondersteuningsvraag hebt geformuleerd en waarom deze belangrijk is voor de cliënt

Slide 19 - Tekstslide

Criterium 4: formuleert doelen specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden
Een student noteert:
'Binnen drie maanden zal de client dagelijks zelfstandig zijn persoonlijke hygiëne kunnen verzorgen, door elke week met ondersteuning van de zorg handelingen oefenen'.

Top:
Je hebt nagedacht om het doel SMART te formuleren, goed gedaan!
Tip:
Persoonlijke Hygiëne is een breed begrip. Probeer je doel nog specifieker te maken. 

Slide 20 - Tekstslide

Tips voor het formuleren van doelen
  1. In de rubric wordt gesproken over 'formuleert doelen spcifiek, meetbaar, acceptabel en realistisch. Je moet dus meerdere doelen opstellen
  2. Formuleer een doel en bekijk kritisch of deze spcifiek, meetbaar, acceptabel en realistisch is. Als dat niet het geval is, herschrijf je doel dan!

Laten we het doel van de vorige sheet nog eens bekijken

Slide 21 - Tekstslide

Nog niet behandelde criteria
plant activiteiten in het ondersteuningsplan volgens een realistisch tijdschema
motiveert op welke wijze de begeleidingsmethodiek(en) die ingezet wordt bijdragen aan
het behouden of vergroten van de eigen regie van de cliënt
benoemt de evaluatiemethode en evaluatiemomenten van het ondersteuningsplan
formuleert product- en procesvragen ten behoeve van de evaluatie van het ondersteuningsplan

Slide 22 - Tekstslide

Check: waar sta je nu?
Beeld je in dat er een getallenlijn door het lokaal loopt van 1 (achterin) tot een 10 (bij het bord)

Geef antwoord op de volgende vragen en ga op die plek staan:
  1. Hoe ver ben jij met je eindopdracht van 1 (nog niet aan begonnen) tot aan 10 (klaar)
  2. Hoe tevreden ben je met je voortgang van 1 (niet tevreden met mijn voortgang) tot aan 10 (erg tevreden)
  3. Waar op de getallenlijn wil je staan op 17 november (dag van de deadline)
  4. Wat ga je doen om bij je doel te komen?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Maak een keus tussen de volgende 3 opdrachten:

  1. Maak een planning van hoe je ervoor gaat zorgen dat je de deadlinedatum voor je eindopdracht gaat halen
  2. Ga verder met je eindopdracht
  3. Bestudeer een voorbeeld van een beginsituatie zodat je daar van kan leren

Ben je klaar met een opdracht dan ga je uiteraard door met een volgende opdracht

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting les: feedback op inhoud
Geef antwoord op de volgende twee vragen:

  1. Leg in 1 woord of 1 zin uit wat je van de les vond
  2. Leg in 1 woord of 1 zin uit wat je volgende week graag besproken zou willen zien in de les

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide