NOVA H2 samenvatting TW2_2425

H2
kookpunt, stroomgeleiding, mengen met water
(stofeigenschappen)
H2 Chemische bindingen  - voorbereiding TW2
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2
kookpunt, stroomgeleiding, mengen met water
(stofeigenschappen)
H2 Chemische bindingen  - voorbereiding TW2

Slide 1 - Tekstslide

dat

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn 3 groepen: metalen - moleculaire stoffen - zouten.
Elke groep stoffen heeft een ander type binding(en). 
 Als je wilt weten met welk bindingstype je te maken hebt?
 --> kijk dan of de stof is opgebouwd uit metaal- of niet-metaalatomen!

Slide 4 - Tekstslide

Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.

METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE 
STOFFEN
H2O(l)
NaI(s)
CuO(s)
Ca(s)
C(s)
CH4(g)
Au(s)
KF(s)
Hg(l)
I2(s)

Slide 5 - Sleepvraag

Overzicht alle bindingstypen
  • Op de volgende dia's worden de bindingstypen kort besproken
  • Daarna volgen opgaven om te controleren of je de theorie kunt toepassen
Leer deze tabel uit je hoofd
(zie volgende dia)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Metalen op microniveau
naam deeltjes: metaalatomen en valentie-elektronen
naam binding: metaalbinding

1. stroomgeleiding wordt verklaard door vrij bewegende
    valentie-elektronen
in het metaalrooster
2. hoog smeltpunt wordt verklaard door sterke metaalbinding

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de formules van zouten naar de afbeelding van zoutwinning. Gebruik het Periodiek Systeem

NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O

Slide 11 - Sleepvraag

Zouten: verklaring op microniveau
In de vloeibare fase geleidt een zout stroom! Hoe kun je dat verklaren?

Slide 12 - Tekstslide

Zouten op microniveau
naam deeltjes: ionen
naam binding: ionbinding

1. stroomgeleiding wordt verklaard door vrij bewegende ionen:
    --> in een vast zout kunnen de ionen niet vrij bewegen, ze trillen in het
            ionrooster op een vaste plaats
    -->  in een gesmolten zout kunnen de ionen wel vrij bewegen
2. hoog smeltpunt wordt verklaard door sterke ionbinding

Slide 13 - Tekstslide

Zouten ontstaan door een reactie tussen metaalatomen en niet-metaalatomen
beide atomen willen edelgasconfiguratie

metaal-atoom staat elektron af aan
niet-metaal-atoom
Metaalatoom          Niet-Metaalatoom 

Slide 14 - Tekstslide

Zouten zijn opgebouwd uit ionen
minder e- in schillen
dan p+ in de kern =
positief ion
meer e- in schillen 
dan pin de kern =
negatief ion

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

lampje brandt niet
 --> geen stroomgeleiding
lampje brandt niet
 --> geen stroomgeleiding

Slide 17 - Tekstslide

Moleculaire stoffen op microniveau (1)
naam deeltjes: moleculen
naam bindingen
IN moleculen --> atoombinding (wordt verbroken bij chemische reactie)
TUSSEN moleculen --> molecuulbinding (wordt verbroken bij fase-overgang)

hoe groter de massa/het contactoppervlak van de moleculen
--> hoe sterker de molecuulbinding --> hoe hoger het kookpunt
LET OP: In de gasfase is er géén molecuulbinding tussen moleculen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Moleculaire stoffen op microniveau (2)
naam deeltjes: moleculen met OH-groep of NH-groep 
naam binding: waterstofbrug (H-brug)

1. als de moleculen een OH/NH-groep hebben, kan de stof goed oplossen in water, omdat de moleculen waterstofbruggen vormen met watermoleculen
2. als de moleculen een OH/NH-groep hebben, heeft de stof een hoger kookpunt, omdat tussen de moleculen molecuuulbindingen en waterstofbruggen (= hele sterke binding) aanwezig zijn

Slide 20 - Tekstslide

Vaak gevraagd:
Waterstofbruggen tekenen tussen moleculen:
- alléén OH en NH groepen
- van O óf N naar H van andere groep
- met stippellijn

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelencheck(1)
uit je hoofd leren en toepassen

Slide 22 - Tekstslide

In welke van deze twee tekeningen is de waterstofbrug correct getekend?
A
Zowel in 1 als in 2.
B
Alleen in 1.
C
Alleen in 2.
D
In geen van beide.

Slide 23 - Quizvraag


GOUD DER DWAZEN
Hiernaast zie je een brokje pyriet (FeS). Het wordt ook wel "Fools Gold" genoemd, omdat het erg op goud (Au) lijkt. De dichtheid is verschillend. Met welk ander proefje kun je aantonen dat dit brokje pyriet is en geen goud? Leg uit.

Slide 24 - Open vraag

Welke stof heeft het hoogste kookpunt: water of diwaterstofsulfide?

A
H2O, want die heeft het grootste contactoppervlak
B
H2S, want die heeft de hoogste molecuulmassa
C
H2O, want die vormt H-bruggen
D
H2S, want die vormt H-bruggen én heeft de hoogste molecuulmassa

Slide 25 - Quizvraag

Zet de moleculen op volgorde van oplopend kookpunt. Zoek de kookpunten niet op, maar verklaar aan de hand van de structuurformule en betrokken bindingstypen.

CH4 (methaan), C2H6 (ethaan), CH3OH (methanol)
A
methaan, ethaan, methanol
B
ethaan, methaan, methanol
C
methanol, ethaan, methaan
D
methanol, methaan, ethaan

Slide 26 - Quizvraag

Lost deze stof op in water?
A
ja, de C=C reageert met watermoleculen
B
nee, het molecuul heeft geen OH-groepen
C
ja, de CH-groep vormt Hbruggen met watermoleculen
D
nee, de watermoleculen kunnen niet in de ringvormige moleculen komen

Slide 27 - Quizvraag

Lost deze stof op in water?
A
ja, de OH-groep vormt H-bruggen met watermoleculen
B
nee, de CH-keten is te lang. Deze keten vormt molecuulbindingen en kan de H-bruggen tussen watermoleculen niet verbreken
C
ja, de CH-groepen vormen H-bruggen met watermoleculen
D
nee, de CH-groepen kunnen geen H-bruggen vormen met watermoleculen

Slide 28 - Quizvraag

Leg op microniveau uit dat glucose goed kan oplossen in water.

Slide 29 - Open vraag

Leg op microniveau uit welke stof beter in water oplost
a. methanol

b. pentaan-1-ol
CH3OH
CH3CH2CH2CH2CH2OH

Slide 30 - Open vraag

leerdoelencheck (2)
toepassen en inzicht op examenniveau

de vragen komen uit de HAVO-examens van 2022


Slide 31 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 1

Slide 32 - Tekstslide

Hieronder staat het correctievoorschrift van de examenopgave.
--> je kunt 3 pt halen voor deze vraag
--> in het antwoordmodel staan 3 bolletjes --> bij elk
      bolletje staat wat er in je antwoord moet staan om
      het bolletje te scoren
Hierboven staat het correctievoorschrift van de examenopgave.
--> je kunt 2 pt halen voor deze vraag dus  2 bolletjes
--> bij elk bolletje zijn verschillende formuleringen
      mogelijk. Deze staan tussen .... / ..... / .......

Slide 33 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 1

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 1
antwoord staat na vr 31

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 1

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 1

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

CE-2022
tijdvak 2

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Oefenopgaven H2 voor TW2
  • Maken Lesson-Up-les : NOVA H2 samenvatting voor TW2
  • Leren betekenis blauwe begrippen (boek blz 122-125)
  • NOVA ONLINE: Versterk Jezelf bij H2 (5x)
  • NOVA ONLINE: Vaardigheidstrainer bij H2.1

  • NOVA ONLINE: Test Jezelf bij iedere paragraaf
                                      --> hieruit volgt een oefentoets

Slide 44 - Tekstslide