10-3: 6.4.3 Assenstelsel

REGELS
  • STIL bij uitleg / stil werken --> elke keer dat je praat = 15 minuten langer blijven / voorkomen
  • Aan het werk = aan het werk! Niet aan het werk --> tijd inhalen.
  • Je bent alleen bezig met wiskunde --> zo niet = 1 lesuur inhalen!
  • Klaar? Volgende weektaak / boek lezen. Geen spelletjes of MVI.
  • Je mag niet eerder stoppen. Stoppen is langer blijven / voorkomen.
  • Je mag niet eerder weg.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

REGELS
  • STIL bij uitleg / stil werken --> elke keer dat je praat = 15 minuten langer blijven / voorkomen
  • Aan het werk = aan het werk! Niet aan het werk --> tijd inhalen.
  • Je bent alleen bezig met wiskunde --> zo niet = 1 lesuur inhalen!
  • Klaar? Volgende weektaak / boek lezen. Geen spelletjes of MVI.
  • Je mag niet eerder stoppen. Stoppen is langer blijven / voorkomen.
  • Je mag niet eerder weg.

Slide 1 - Tekstslide

Vooruitblik
  • herhaling
  • leerdoelen en uitleg bij 6.4.3 Assenstelsel
  • maken
  • evaluatie
  • vooruitblik wat komt

Slide 2 - Tekstslide

Marie koopt een boek voor €25,45. Op haar rekening staat €23,85.
Wat is haar nieuwe saldo? ..... (zonder euroteken)

Slide 3 - Open vraag

In Rome is het in de middag 13°C warmer dan 's ochtends = -4,5°C.
Wat is de middagtemperatuur?

Slide 4 - Open vraag

Kies uit < en >
5 .....
520

Slide 5 - Open vraag

8 + -4 =

Slide 6 - Open vraag

-3 - -7 =

Slide 7 - Open vraag

-6 + ..... = 5

Slide 8 - Open vraag

-24 : 6 =

Slide 9 - Open vraag

Reken uit:
 (-8 x 4 - 10 - 2 x 3) : - 4 + 8 x 2                                                      28

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je bepaalt een plaats of een route door middel van kaartcodes of coördinaten. 
  • Je benoemt de acht belangrijkste windrichtingen. 
  • Je werkt met een positief assenstelsel en je gebruikt bijbehorende begrippen
Criteria:
  • Je legt uit wat een assenstelsel is.
  • Je legt uit wat coördinaten zijn en je noteert ze correct.
  • Je geeft aan welke coördinaten bij een bepaald punt in een assenstelsel horen.
  • Je tekent punten in een gegeven assenstelsel.
  • Je tekent een assenstelsel (niet negatief) en tekent daarin punten.
  • Je verbindt punten in een assenstelsel en je benoemt de vlakke figuren die je verkregen hebt (bijv. driehoek, vierkant, rechthoek).
















Slide 11 - Tekstslide

Assenstelsel
x-as
y-as
Oorsprong
stapgrootte
pos. getallen
neg. getallen
coördinaten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Maken vandaag:
6.4.3    stil werken: 15 minuten


do. 30 maart toets trede 6 - zet het in je logboek!
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?
Hoe teken je een assenstelsel?
Wat heb je daarvoor nodig?

Slide 15 - Tekstslide

vooruitblik 
1. herhaling 
2. 6.4.1 Plaats en route
3. aan het werk 
4. evaluatie
5. vooruitblik


Slide 16 - Tekstslide