H2.1 en 2.2 NOVA 2KB

H2.1 en 2.2 NOVA 2KB
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2.1 en 2.2 NOVA 2KB

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Je kunt vier stofeigenschappen noemen.
Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen. 
Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn. 


Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak alle opdrachten op blz 47, 48 en 49 
In stilte voor 10 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Stoffen herkennen
Water, azijn en wasbenzine:
- Alledrie doorzichtig
- Alledrie geen kleur
Hoe dan te herkennen? 
Onderzoek doen naar de eigenschappen (ruiken, kijken)

Slide 4 - Tekstslide

Stoffen herkennen

Slide 5 - Tekstslide

Stoffen herkennen
  • Eigenschap waaraan je een stof kan herkennen = stofeigenschap
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak (nooit tijdens practicum) *
  • Brandbaarheid

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de verschillende fasen van water noemen.
Je kunt de fase-overgangen beschrijven.
Je kunt uitleggen wat het smeltpunt, stolpunt en kookpunt van een stof zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Fasen
Elke stof kan  in 3 fasen bevinden:
  1. Vast
  2. Vloeibaar
  3. Gas

Een stof kan van de ene fase naar de andere overgaan.
Dit noemen we een fase-overgang.

Slide 8 - Tekstslide

Fase overgangen

Slide 9 - Tekstslide

Tabel met smeltpunt, stolpunt en kookpunt

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Basis: Maakt opdrachten 1 t/m 22 van paragraaf 2 hoofdstuk 2

Kader

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijk
Stof is alles om je heen
Materialen zijn stoffen waar je iets van kunt maken
Voorwerpen zijn gemaakt van materialen (dus ook van stoffen)

Alle materialen zijn stoffen maar niet alle stoffen zijn materialen

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen
Wat zijn stoffen?

Stof betekent: waarvan het gemaakt is.

Geef paar voorbeelden van stoffen

Slide 13 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
- kan je het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels. 
- kan je uitleggen wat een suspensie en oplossing is.
Leerdoelen

Slide 14 - Tekstslide

§2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 15 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Als je goed bekijkt zijn er maar weinig  zuivere stoffen en een heleboel mengsels

Soorten mengsels:

  • Oplossingen
  • Suspensies

Slide 16 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof:                                                     Mengsel:
Er zit maar één soort stof in                      Meerdere stoffen door
                                                                                elkaar



Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels.
  • Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
  • Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt onderscheiden door middel van indampen, extraheren of filtreren.

Slide 18 - Tekstslide

Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.

Slide 19 - Tekstslide

Soort mengsel: suspensies
Suspensies zijn troebel (=niet doorzichtig)
Er zweeft fijn verdeeld poeder in de vloeistof

Slide 20 - Tekstslide

Oplossing
Een oplossing is een mengsel.
Een oplossing is altijd helder, je kunt er doorheen kijken.
Een oplossing kan een kleur hebben, het hoeft niet.
bv. suiker in water

Slide 21 - Tekstslide