Herhalingsles 1 schaarste, geld en handel

Herhalingslessen Schaarste, geld en handel


Samed Çiftçi
19-05-2020

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingslessen Schaarste, geld en handel


Samed Çiftçi
19-05-2020

Slide 1 - Tekstslide

Iedereen heeft wensen. De een wil zijn honger stillen, de ander wil een nieuwe telefoon. Deze wensen zijn onze behoeften.
Zijn behoeften begrensd of onbegrensd?

Slide 2 - Open vraag

Met wat kun je in je behoefte voorzien?

Slide 3 - Open vraag

Zijn middelen beperkt of onbeperkt?

Slide 4 - Open vraag

Voor niks gaat de zon op
Naarmate die middelen niet onbeperkt zijn zoals tijd, geld enz. noemen wij dit schaarste. 

Voorbeeld
In de herfstvakantie ga je een week op vakantie, je zou graag nog een week willen, maar helaas duurt de herfstvakantie maar één week. De vakantiedagen zijn dus schaars.

Slide 5 - Tekstslide

Middelen zijn alternatief aanwendbaar. Je kunt met hetzelfde middel verschillende behoeften bevredigen.

De manier waarop je een middel gebruikt, is de aanwendingsrichting.
In een rugzak kun je bijvoorbeeld boeken stoppen, maar ook gymspullen. Het kan ook allebei, maar de ruimte die de boeken innemen, kunnen niet worden gebruikt voor gymspullen.

Middelen zijn alternatief aanwendbaar. Je kunt met hetzelfde middel verschillende behoeften bevredigen.

De manier waarop je een middel gebruikt, is de aanwendingsrichting.

In een rugzak kun je bijvoorbeeld boeken stoppen, maar ook gymspullen. Het kan ook allebei, maar de ruimte die de boeken innemen, kunnen niet worden gebruikt voor gymspullen.

Of; je kunt een glas water gebruiken om op te drinken, maar ook om een klein plantje water te geven. Water dat je al hebt opgedronken, kun je niet meer geven aan het plantje.

Slide 6 - Tekstslide

Het gebruik van middelen geeft je vaak iets. Bijvoorbeeld het drinken van Red Bull op een warme zomerdag verlost je van de dorst. Dit zijn de opbrengsten, ook wel baten genoemd.

Het gebruik van middelen brengen ook vaak kosten met zich mee. Om op die warme zomerdag Red Bull te kunnen drinken, moet je wel het blikje Red Bull gaan betalen.

Slide 7 - Tekstslide

Kosten en opbrengsten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is ook alweer een budgetlijn?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Een budgetlijn geeft dus aan welke keuzes je moet maken, wanneer je je geld uit gaat geven aan twee verschillende dingen.

In werkelijkheid geef je je geld natuurlijk niet uit aan alleen twee verschillende dingen. Het is dus een vereenvoudiging van de werkelijkheid.

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
€10 = (€2 x 4 repen) + (€1 x 2) zakken chips)
Dus:
€10 = 1x + 2y

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn transactiekosten?
A
Kosten die gemaakt worden om de budgetlijn te kunnen weergeven
B
Kosten die gemaakt worden voor het maken van een geschikte ruil.
C
Kosten die gemaakt worden bij autarkie
D
Kosten die gemaakt worden om niet te ruilen.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer zal een ruil niet doorgaan?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is arbeidsproductiviteit eigenlijk?

Slide 21 - Woordweb

Op welke twee manieren kun je je arbeidsproductiviteit verhogen?
A
Door scholing en ruilen
B
Door transactiekosten en instituties
C
Door scholing en specialisatie
D
Door scholing en instituties

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wie produceert wat in het voorbeeld op de vorige dia?
A
Canada: Tarwe & kleding Nigeria: alleen tarwe
B
Canada: Kleding Nigeria: tarwe
C
Canada: Kleding Nigeria: Tarwe en kleding
D
Canada: tarwe Nigeria: kleding

Slide 25 - Quizvraag

Genoeg gepraat en nu aan de slag :)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide