Keuzedeel pabo WO - les 3 - geschiedenis - woensdag 17 fe

Keuzedeel pabo - GS - les 3







Tijdvak 2. Tijd van Grieken en Romeinen. Deel 1.



1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel pabo - GS - les 3







Tijdvak 2. Tijd van Grieken en Romeinen. Deel 1.



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstonden de eerste steden volgens jou?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 3

  • Start 
  • Theorie 2.1
  • Opdrachten LessonUp  (uit werkboek)
  • Pauze 
  • Theorie 2.2
  • Opdrachten - werkboek
  • Afronding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen
Jagers verzamelaars -> landbouw: Agrarische Revolutie -> kleine steden

  • Specialismen en nieuwe beroepen
  • Vergroting van voedselopbrengsten (irrigatie) - samenwerking
  • Midden-Oosten: Mesopotamië en langs Nijl (Egypte)
  • Goede oogst essentieel (goden om 
  • 'hulp' vragen. Tempels voor priesters)
  • Ontstaan bestuur - behoefte aan vastleggen afspraken
  • Ontstaan van sociale verschillen
  • Ontstaan kleine steden rond 3500-3000 voor Chr. (nederzettingen)
  • Ontwikkeling schrift

--> stadstaten (volgende week)

Slide 5 - Tekstslide

Irrigatie: Rivierwater liep over het land via kanaaltjes. Boeren werkten samen. 

Door de toenemende kennis in de landbouw nam de voedselproductie explosief toe. Door deze verandering had een boer meer dan hij voor zichzelf nodig had, hij kon dus ook zijn voedsel aan anderen geven of ruilen (voor bijvoorbeeld spullen). doordat niet iedereen voor zichzelf hoefde te verbouwen om aan zijn voedsel te komen konden zij die geen boer waren andere beroepen uitvoeren waaronder veel soorten ambacht. Mensen konden zich nu specialiseren in bijvoorbeeld potten of stoelen maken. Doordat de handel beter liep in een dichter bevolkt gebied gingen mensen dichter bij elkaar wonen en ontstonden er kleine dorpen die steeds groter werden en uiteindelijk uitgroeiden tot steden.
Door landbouw en landbouw overschotten ontstonden sociale lagen. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Egypte
Rondom de Nijl was er genoeg vruchtbare grond voor de eerste boeren om planten te laten groeien. De Egyptenaren leerden de Nijl's overstromingen te gebruiken voor de landbouw
Mesopotamië
Tussen de grote rivieren de Eufraat en de Tigris ontstond voldoende vruchtbare grond door het slib van de rivieren. Hier ontstonden de eerste grote samenlevingen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Wat valt je op aan dit filmpje?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse cijfers - blz 34
Wanneer ben ik geboren?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deel je herinneringen / beelden

Wat heb je gezien van de Grieken of de Romeinen op vakantie?

Archeon? Film?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Werktuigen rendierjagers.

Deze werktuigen zijn gevonden in St. Oedenrode en Budel.
Volgens archeologen zijn zij gebruikt door rendierjagers
die hier ooit verbleven.

Hoe oud zullen deze voorwerpen zijn?
A
tussen de 2000 en 3000 jaar oud
B
tussen de 4000 en 6000 jaar oud
C
tussen 8000 en 12000 jaar oud
D
tussen 15000 en 20000 jaar oud

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Verschil jagers en boeren

Wat is een kenmerkend verschil in leefwijze tussen jagers-verzamelaars en prehistorische boeren?
A
Jagers-verzamelaars aten vooral vlees; prehistorische boeren vooral granen en ander plantaardig voedsel
B
Jagers-verzamelaars kenden geen religie, prehistorische boeren kenden natuurgoden
C
Jagers-verzamelaars maakten hun werktuigen van hout, bot en steen; prehistorische boeren vooral van brons en ijzer
D
Jagers-verzamelaars waren nomaden; prehistorische boeren waren plaatsgebonden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. De agrarische revolutie

Tussen 11000 en 4000 v.C. veranderde de leefwijze van de bewoners in Europa.
In plaats van jagers en verzamelaars, werden ze boeren.
Deze verandering verspreidde zich in de loop van de eeuwen van gebied naar gebied.


In welk gebied is deze ontwikkeling van de landbouwsamenleving rond 11000 v.C. begonnen?
A
in gebied A
B
in gebied B
C
in gebied C
D
in gebied D

Slide 17 - Quizvraag

De boeren van de Swifterbandcultuur behoorden, samen met de boeren van de Vlaardingencultuur tot de "natte" boeren.
Net als bij de bosjagers kun je ook bij de boeren in Nederland spreken van “droge boeren” en “natte boeren”. De “droge boeren” leefden op de hoge zandgronden en de “natte boeren” in de moerassen van west- en midden Nederland.
Samen met de Vlaardingencultuur (3400 – 2500 v. Chr.) behoren de boeren van de Swifterbandcultuur tot de “natte boeren”.
Het waren geen echte boeren. Het waren bosjagers die voornamelijk van de visvangst en de jacht leefden. Maar vanaf 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 2


De aspirant-student kan:
  1.  Grieks-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven
  2.  Voorbeelden herkennen en beschrijven van de beïnvloeding van de Griekse-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur
  3. De ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk
    beschrijven (les 4).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start en terugblik vorige week
  • Werkboek: oriëntatie-opdracht en 2.1 (Griekse stadstaten).
  • Een paar minuten om de vragen vast de lezen (in de les beantwoorden)




timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
>3000
B
3000 v. Chr.- 500 na Chr.
C
500 - 1000
D
1000 - 1500

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke jaartelling wordt in dit boek gebruikt?
A
Joodse
B
Christelijke
C
Islamitische
D
Universele

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van de Grieken en de Romeinen?

Grieken:
Romeinen:

Slide 23 - Woordweb

Hoe het begon: Nomaden in de IJstijden
De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. In welke twee gebieden ontstonden in het Midden-Oosten de eerste stadstaten?

2. Hoe ontstonden deze stadstaten?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdvak 2 begint met:
Uitvinding van het schrift/ geschreven bronnen
--> schema

Hoe is het eerste schrift ontstaan? Waarom was dit nodig?

Slide 26 - Woordweb

Uitvinding van het schrift
Mooie geschreven bronnen
Welke nieuwe ontwikkelingen ontstonden in de Griekse stadstaat Athene?

Slide 27 - Open vraag

Athene had een democratisch bestuur (alleen vrije mannen namen deel; vrouwen en slaven niet). Filosfen dachten naover betere vormen van bestuur. Er werd ook (wetenschappelijk onderzoek gedaan naar allerlei natuurverschijnselen.
De Klassieke Oudheid (3000 v Chr. - 500) - herhaling 2.1.1
  • Stadstaten Midden-Oosten: Mesopotamië (nu Irak) en langs de Nijl (Egypte)
  • Irrigatie - vruchtbare grond verdedigen & veroveren -> soldaten en slaven
  • Ambtenaren - bestuurders - koning - belastingen
  • 3000 v Chr. uitvinding van het schrift (kleitabletten -> spijkerschrift - hiërogliefen)
  • Vastleggen van  kennis en gedachten
  • Egyptisch rijk

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Griekse stadstaat 800 v Chr - 300 v Chr
  • Uitbreiding en intensivering landbouw  en groei v/d bevolking
  • Ontstaan van Griekse stadstaten (Sparta, Athene)
  • Handelskoloniën - Middellandse zeegebied -> contact met andere volkeren
  • Economische groei (handel, scheepvaart)
  • Democratie (alleen mannen) 
  • 600 v Chr - filosofie - wetenschappelijk denken
  • Socrates, Plato en Aristoteles
  • Geloof in meerdere goden (polytheïsme)
  • stad met omringend platteland
  • klein, zelfvoorzienend, autonoom (eigen bestuur, regels)
  • verschillende bestuursvormen
  • polis = stadstaat, poleis = meervoud ), zo’n 700 in totaal

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herkennen wij nu in onze tijd nog het wetenschappelijk denken v/d Grieken?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Griekenland had een landbouw-stedelijke samenleving.
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dat er vooral aan landbouw gedaan werd
B
Dat er naast landbouw aan handel wordt gedaan
C
Dat er naast landbouw aan handel en specialisatie wordt gedaan

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze?!
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu de Romeinen.... 270 v. Chr. - 476
  • Romeinse rijk (verovering / organisatie) - blz 25
  • Stevig leger en bestuur (wegennet & mijlpalen)
  • Natuurlijke grens of Romeinse muren
  • Handel
  • Stad - plangericht -> 'Ostia' 
  • Romanisering (overnemen cultuur/gewoontes)
  • Slaven
  • Pax Romana (Romeinse vrede - stabiliteit & welvaart_

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
Zie bestand in Teams - kijk 2.2. zelf na (opdracht 4 - 14)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar de doelen.
In hoeverre heb je nu kennis van de start van de Grieken en het Romeinse Rijk?
0100

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Afronding & les 4 (na de vakantie)
Huiswerk
  • H2 lezen (indien nog niet gedaan)
  • Schema aanvullen
  • Filmpje na deze les bekijken

Voor in de vakantie: zie historische film tips!

Volgende week - les 4 - deel 2 - Tijdvak 2
  • Romeinen in Nederland (en de Germanen & Bataven)
  • Ondergang Romeinse Rijk
  • Geloof en cultuur in het Romeinse Rijk (en nog een beetje de Grieken) - goden - Christendom

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies