Thema 6 Les 2: Vertering en enzymen

Overal op -ase
Vertering in actie
Nectar §6.2 en 6.3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Overal op -ase
Vertering in actie
Nectar §6.2 en 6.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • mechanische en chemische vertering
  • peristaltische beweging
  • enzymen (-ase)
  • pro-enzymen

Slide 2 - Tekstslide

Vertering
Wij zijn consumenten, heterotroof.

Stoffen waar (organismen) uit bestaan, moeten soms verteerd worden: terug naar de bouwstenen.
Wij maken onze eigen stoffen van deze bouwstenen.

Slide 3 - Tekstslide

Vertering
Vertering is niet nodig voor:
  • water
  • mineralen
  • vitamines
  • glucose
  • aminozuren
  • vetzuren
  • glycerol

Slide 4 - Tekstslide

Vertering
Wel nodig voor:
  • Vetten                               > vetzuren en glycerol
  • Eiwitten                              > aminozuren
  • Koolhydraten (meeste) > glucose

Deze organische stoffen zijn door voortgezette assimilatie ontstaan. 
Dit moet (grotendeels) ongedaan worden gemaakt.

BINAS 82E
(onderin)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

BINAS 82F
BINAS 82E&F

Slide 7 - Tekstslide

Peristaltische beweging

Voedsel wordt voortgeduwd door spierbewegingen:

knijp- en duwbeweging van lengte en kringspieren in de darmwand.

Vindt in hele darmkanaal plaats.

Slide 8 - Tekstslide

Peristaltische beweging
Darmkanaal, kring- en lengtespieren
Verteringssappen toegevoegd
> Mond,
> Maag,
> Twaalfvingerige darm,
> Dunne darm.

Slide 9 - Tekstslide

BINAS 82F
BINAS 82E&F

Slide 10 - Tekstslide

Maagsap
Maagsap heeft een pH van?
Welke stof zorgt hiervoor?

Slide 11 - Tekstslide

Maagsap
Maagsap heeft pH van 1,5-3,5
Maag maakt pepsinogeen.
Inactief pro-enzym

Door positieve terugkoppeling wordt pepsine gevormd.

Slide 12 - Tekstslide

Maag
Maagportier opent af en toe om voedsel door te laten. 

Wordt geregeld door pH:

  • Bij een lage pH (zuur) in 12-vingerige darm: maagportier dicht.
  • Bij een hoge pH (basisch) in 12-vingerige darm: maagportier open.

Slide 13 - Tekstslide

Darmen
12-vingerige darm
eerste deel dunne darm
vindt veel vertering plaats

Dunne darm
Laatste ronde vertering
Opname van stoffen

Slide 14 - Tekstslide

BINAS 82F
BINAS 82E&F
BINAS 82E&F

Slide 15 - Tekstslide

BINAS 82F
BINAS 82E&F

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Darmen
Dikke darm
Opname van water (met name van verteringssappen)
Vertering door darmbacteriën

Endeldarm
Opname water en verzamelen onverteerde resten


Slide 18 - Tekstslide

BINAS 82F

Slide 19 - Tekstslide

Mechanisch en chemisch
Een appel in zijn geheel is moeilijk doorslikken. Speeksel helpt, maar kauwen is nodig.  Verteren (of: kleiner maken) is begonnen!

Bij verkleinen van voedingsmiddelen wordt oppervlak groter. Enzymen kunnen zo beter binden aan het substraat. 

Verteren kan ook chemisch: gal en maagzuur. Enzymen vallen ook onder chemische vertering.

Slide 20 - Tekstslide

Chemische vertering

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Enzymen
Enzymen zijn eiwitten.

Helpen bij omzetten van stoffen: assimilatie of dissimilatie.

Worden zelf niet verbruikt bij de reactie.

Naam afgeleid van de stof die het omzet, eindigt op -ase.
(bijvoorbeeld: lipase, maltase, peptidasen)

Slide 23 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen versnellen reacties:
verlagen benodigde energie.

Enzymen binden 1 stof: substraatspecifiek
Enzym bindt met speciale actieve plaats (active site) aan substraat.

Vormen samen een complex.
Enzym katalyseert reactie en laat daarna product(en) los:
E + S > ESC > E + P

Slide 24 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen doen hun taak het best bij bepaalde omstandigheden: optimum.
Er is een optimum voor pH en voor temperatuur.

Problemen die ontstaan:
- lage pH: enzymen vervormen (=tijdelijk)
- hoge temperaturen: enzymen denatureren (= blijvend onwerkzaam).
- lage temperaturen: minder bindingen tussen enzym en substraat.




Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link