Werkwoorden zijn dingen die je kan
doen/uitvoeren.
fietsen, lopen, roepen, schoonmaken, teruggeven, slapen....
Vraag je je af of iets een werkwoord is? Zet er dan ik, jij, wij voor:
- ik loop, jij loopt, wij lopen
- ik werkwoord, jij werkwoordt, wij werkwoorden