PK3 + begin gedrag

WELKOM TERUG!
Mens & Natuur - Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

WELKOM TERUG!
Mens & Natuur - Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)

Slide 1 - Tekstslide

Feitje van de dag

Slide 2 - Tekstslide

Regels
1. actief meedoen
2. aandacht voor elkaar
3. als ik praat dan is het stil

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  1. Huiswerk bespreken
  2. terugblik TK7 (Evolutie) & PK3 (aanpassingen)
  3. begin volgende module: gedrag
  4. Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Leerdoelen:
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 5 - Tekstslide

TK 6: aanpassingen bij organismen
PK 2: organen dier
TK 7: evolutie
PK 3: fantasiedier

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Factsheet Dier
Hoe:
Bespreek je factsheet met je buur
Geef elkaar 1 tip en 1 top
Hulp nodig:
vinger omhoog
Tijd:
5 min
Uitkomst:
je weet wat je nog moet leren voor de toets
timer
5:00
Aan de slag!

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken huiswerk: PK3
Leerdoelen:
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Omnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Carnivoor

Slide 9 - Sleepvraag

Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor
Ze hebben snijtanden en plooikiezen.
Ze hebben knobbelkiezen.
Ze hebben knipkiezen en hoektanden.
Langste spijsverteringsstelsel
Kortste spijsverteringsstelsel

Slide 10 - Sleepvraag

Zoolganger
Topganger
Teenganger

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het voordeel van koudbloedig zijn?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Zet de volgende factoren van de evolutie in de juiste volgorde
doorgeven aan nageslacht
survival of the fittest/
natuurlijke selectie
 variatie

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

variatie
natuurlijke selectie
doorgeven aan nageslacht

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen behaalt?
  1. Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  2. Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  3. Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  4. Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen behaalt?
Ja = bij het raam            Nee = bij de muur
  1. Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben
  2. Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  3. Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  4. Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat vind jij?
bespreek met je buur

Je wordt als een crimineel geboren.

Jouw gedrag heeft geen invloed op de personen om jou heen.
Net zoals bij honden is het belangrijk dat jij laat zien wat jouw territorium is.
Dat een pauw zijn veren laat zien, is net zoiets als dat een vrouw lippenstift op doet.
Je krijgt pas trek als je om je heen reclameborden ziet met eten.
Als er ergens geen vuilnisbak staat, kun je je rommel gewoon op de grond gooien.




timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven wat gedrag is en hoe het ontstaat.
  2. Je kunt het verschil beschrijven tussen een inwendige en uitwendige prikkel en voorbeelden hierbij noemen.
  3. Je kunt het begrip s​leutelprikkel​ beschrijven en hierbij ​3 voorbeelden​ noemen.
  4. Je kunt uitleggen wat een supernormale prikkel is.

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Hoofdstuk 4, theoriekaart 1 lezen + maken
Hoe:
Ieder voor zich
Ga naar de MN website, module gedrag
Hulp nodig:
vraag je buur
Tijd:
10 min
Uitkomst:
je hebt TK 1 af en hebt de bijbehorende leerdoelen gehaald
Klaar?
Ga verder met TK2
timer
10:00
H4: TK1

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda!
Donderdag 26 januari:
- H4: TK1 gedrag af
- Bedenk een toetsvraag over TK1 
(en lever deze aan het begin van de les 
op een papiertjebij mij in)


 
  
   



Slide 23 - Tekstslide