12.5 lichaamsvreemd

Plaats hieronder je vragen over de specifieke afweer
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plaats hieronder je vragen over de specifieke afweer

Slide 1 - Open vraag

Maak een foto van je (nagekeken) opgaven bij 11.4

Slide 2 - Open vraag

Doelstelling
Je kunt in verschillende situaties beredeneren hoe het afweersysteem reageert op antigenen die het lichaam binnen komen.


bloedtransfusie , orgaantransplantatie, allergie, auto-immuunziekten, ziekte

Slide 3 - Tekstslide

Werkwijze
Kijk globaal naar de instructie en beslis of je die nodig hebt

Daarna volgt vaak een vraag.

Blijkt dat je de instructie eigenlijk niet nodig had? Blader dan voortaan wat sneller door.

Heb je de instrucie niet gevolgd en lukt de vraag niet, volg 'm alsnog

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stel jij werkt op de eerste hulp van het Isala Ziekenhuis. Er komt een patiënt binnen die na een verkeersongeval veel bloed heeft verloren. De patiënt heeft bloedgroep A, maar je hebt geen donorbloed meer met dezelfde bloedgroep. Je hebt nog wel genoeg zakken donorbloed met bloedgroep AB, B en O.”
Leg uit welk van deze zakken gebruikt kan worden voor transfusie.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Een vrouw met rhesus positief bloed is voor de tweede keer zwanger van een rhesus negatief kind. Leg uit of ze zich (om deze reden) zorgen moet maken over een miskraam.

Slide 8 - Open vraag

Rhesus (Rh)
De bloedcellen van een Rh- moeder bevatten zelf het Rh antigen niet, dit is dus lichaamsvreemd.

Bij bloedcontact met een Rh+ kind. Gaat haar lichaam dus Rh antistoffen en Rh geheugencellen maken.


Slide 9 - Tekstslide

Rhesus (Rh)
Om het aanmaken van Rh geheugencellen bij de moeder te voorkomen worden bij haar na de geboorte Rh antistoffen ingespoten.

Door de antistoffen worden de Rh antigenen vernietigd, voordat deze het afweersysteem activeren.


Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf hoe afstoting bij orgaantransplantatie zo veel mogelijk wordt voorkomen.

Slide 11 - Open vraag

Als een arts vermoedt dat een allergie veroorzaakt wordt door stoffen uit kippeneieren, kan hij onder andere een bloedonderzoek laten uitvoeren. Bloed van de patiënt wordt dan gemengd met eiwitten uit eieren. Als bepaalde stoffen in het bloed zich binden aan deze eiwitten, is dit een aanwijzing dat er sprake is van ei-allergie.
Hoe heten de stoffen in het bloed die zich kunnen binden aan de eiwitten uit de eieren?
A
antigenen
B
antistoffen
C
histamines
D
eiwitten

Slide 12 - Quizvraag

Leg het begrip allergie uit, gebruik hierbij de volgende begrippen: lichaamsvreemd, type 2, histamine en allergische reactie

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

HUISWERK
maak de vragen bij 11.5 en kijk deze na (in een andere kleur verbeteren)


Volgende les wordt weer gevraagd of je een foto wil maken van je nagekeken huiswerk.

Slide 15 - Tekstslide