Hoofdstuk 15

huiswerk
www.coutinho.nl

Zullen – waarschijnlijkheid
Futurum
nieuwe woorden gebruiken

bezoek de sportschool met vragen

vraag te antwoorden in Engels, spreek Nederlands
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

huiswerk
www.coutinho.nl

Zullen – waarschijnlijkheid
Futurum
nieuwe woorden gebruiken

bezoek de sportschool met vragen

vraag te antwoorden in Engels, spreek Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Maak een foto op weg naar huis van iets bijzonders.

Beschrijf wat je ziet en waarom jij het bijzonder vindt.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

aanstaande...
afgelopen
binnenkort
dan
eergisteren
... geleden
gisteren
komende ...
morgen
nu
op dat moment
op dit moment
ooit
over ...
overmorgen
straks
tegenwoordig
toen
vandaag
voorbij
vorige ...
vroeger

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

liedje
Welke melkproducten ken je?
------
Welke informatie krijg je over koeien?
Welke melkproducten hoor je in het liedje?

Brigitte Kaandorp


Slide 6 - Tekstslide

Koeien
Ze staan op zaterdagmiddag bedaard in de wei.
Er staan altijd koeien stil.
Ze staan bij de badkuip met water.
Of ze staan met hun staart in de lucht bij het spoor.

melk, karnemelk, boter, yoghurt, biogarde, 
vla: chocoladevla, vanillevla, hopjesvla, blanke vla, gele vla, 
room: zure room, slagroom, crème fraîche, 
halvamelk, koffieroom, yo-go yo-go, tjolk, fristi, 
biest, hangop, jan-in-de-zak

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
Demonstratief pronomen
zelfstandig

Slide 10 - Tekstslide

het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat

Slide 11 - Tekstslide

het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
die - personen
die
Jan en Henk wachten op de trein?
De jongens wachten.
Die wachten op de trein.

Slide 12 - Tekstslide

het-woorden
hele zin
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Zullen we naar het strand gaan?
Dat vind ik een goed idee.
Ik wil de trui graag kopen.
Naar het strand gaan is een goed idee.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
dat
die - personen
die
Jan en Henk wachten op de trein?
De jongens wachten.
Die wachten op de trein.

Slide 13 - Tekstslide

Waar is je tas?

O jee, ___ heb ik in de trein laten staan!
A
die
B
dat

Slide 14 - Quizvraag

Ga je met het vliegtuig naar Hamburg?

Nee, ___ is veel te duur.
A
die
B
dat

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel kostte jouw fiets?

___ was € 250,-.
A
die
B
dat

Slide 16 - Quizvraag

Zijn Christoph en Jenny er nog niet?

Nee, ___ zijn altijd te laat.
A
die
B
dat

Slide 17 - Quizvraag

Hoe oud is die molen?

___ is 250 jaar oud.
A
die
B
dat

Slide 18 - Quizvraag

Heb je het huiswerk gemaakt?

Ja, ___ heb ik gedaan.
A
die
B
dat

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn dat voor pony’s?

___ zijn shetlandpony’s.
A
die
B
dat

Slide 20 - Quizvraag

Komt Willem dit weekend?

Nee, ___ moet helaas werken.
A
die
B
dat

Slide 21 - Quizvraag

We moeten de rekening nog betalen.

Nee, Peter heeft ___ al gedaan.
A
die
B
dat

Slide 22 - Quizvraag

Mag ik even naar het toilet?

Ja hoor, ___ is boven.
A
die
B
dat

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

presenteren
plural
singular
Dit zijn mijn ouders.
de mooie trui
Dit is de trui die ik heb gekocht.
de goede ideeën
Dat zijn goede ideeën.
Dat is jouw koffiekopje.
dit/dat is
dit/dat zijn
Dat zijn mijn dochters.
Dat is mijn boek.
Dat is een bureau.
Dat is een vulpen.
Demonstratief pronomen
presenteren

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat zie je?
vlak land, 
heuvels, 
boerenhoeves, 
beekjes, 
vakwerkhuizen, 
bord met helling van 22%, 
wielrenners met helm, 
tourfietsers, 
vogeltje, 
landschap, 


gele sportauto, 
Italiaanse weg, 
bloemen, 
kasteel Doorwerth, 
bos, 
paarden, 
bord ‘Let op paddentrek’, 
paard-en-wagen, 
wandelaar, 
polder met windturbines.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

'Gastvrij'
fotograaf Fred Ottens

Slide 29 - Tekstslide

uitspraak

Slide 30 - Tekstslide

huiswerk
opdracht 2, blz. 211
minipresentatie reizen in het land waar je bent geboren
informatie vragen over een plaats of bijzonderheid in je woonplaats


de Alkmaarse kaasmarkt
de grote kerk
het biermuseum
het beatles museum 
enz.

Slide 31 - Tekstslide