T2 spelling hst 6

Werkwoordspelling
pvtt
pvvt
vd
vd als bn
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
pvtt
pvvt
vd
vd als bn

Slide 1 - Tekstslide

Wat? 
Je krijgt zodirect vragen over werkwoordspelling.
Jij moet de juiste werkwoordsvorm invullen.

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, tenzij uit de zin blijkt dat hij in de verleden tijd moet staan. 

Slide 2 - Tekstslide

's Zomers (worden) ik vroeg wakker.

Slide 3 - Open vraag

Let op! 
Bij de volgende vragen vul je twee antwoorden in.
Doe dat als volgt: 
's Zomers (worden) ik vroeg wakker, doordat de zon in mijn kamer (schijnen). 
word, schijnt

Slide 4 - Tekstslide

Mijn zus (verlangen) naar de zomer en dat (vinden) ik begrijpelijk.

Slide 5 - Open vraag

Stefan (houden) van kamperen en ik (houden) van hotelvakanties.

Slide 6 - Open vraag

Jonathan is ergens naartoe (reizen), maar je (raden) nooit waarnaartoe.

Slide 7 - Open vraag

Komende zomer (verhuren) mijn vader ons huis via AirBnB, hoewel de buurman dat heeft (afraden).

Slide 8 - Open vraag

Let op!
Vanaf nu zet je de persoonsvormen in de verleden tijd.

Gebruik 't ex-kofschip!

Slide 9 - Tekstslide

Ik (vinden) haar vakantievlogs leuk, omdat ze het elke dag (bijhouden).

Slide 10 - Open vraag

Terwijl wij (pootjebaden), (staan) Job en Cas in de rij voor een patatje.

Slide 11 - Open vraag

Nina (bestellen) bananenijs, nadat ze bijna alle smaken (proeven) had.

Slide 12 - Open vraag

Mijn opa (zweten) enorm, nadat hij de berg op was (wandelen) in dit warme weer.

Slide 13 - Open vraag

Voordat hij zijn rijbewijs had (behalen), (reizen) mijn oom altijd met de trein.

Slide 14 - Open vraag