les 3 het zwakke werkwoord en persoonlijk voornaamwoord

Willkommen im Deutschunterricht
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen im Deutschunterricht

Slide 1 - Tekstslide

der Unterrichtsplan:

( de lesplanning)



- Rückblick

- Kapitel 1 Lektion 1 Aufg. 1, 2 und 6 korrigieren

-  5 machen ( gemeinsam)

- Erklärung die Personalpronomen und das  schwache Verb

Aufg. 7 bis einschl. 11 machen










Slide 2 - Tekstslide

die Lernziele:


- ihr kennt die Personalpronomen und die Regeln der schwachen Verben



- je kunt informatie over personen en plaatsen begrijpen


- je kunt het onderwerp van korte kijkfragmenten bepalen



Slide 3 - Tekstslide

Wisst ihr noch.... ?


- Nennt wenigstens 3 Regeln,

die im Unterricht wichtig sind.





- Hausaufgaben korrigieren: Aufg. 1, 2 und 6 





  

Slide 4 - Tekstslide

Seh und Hörfertigkeit
Aufgabe 5 ( gemeinsam machen)

Slide 5 - Tekstslide

Erklärung: das Personalpronomen und schwache Verb

* Nehmt euer Heft (= schrift)
* macht Notizen! 

Slide 6 - Tekstslide

zwakke werkwoorden

Slide 7 - Woordweb

Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig 
... hebben een vaste stam
...hebben vaste uitgangen

Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

Slide 8 - Tekstslide

regelmatige werkwoorden / zwakke werkwoorden in het Duits
ich 
du
er / sie / es

wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij / zij / het

wij
jullie
zij / u
! IDEWIS !
Persoonlijk voornaamwoord =
das Personalpronomen

Slide 9 - Tekstslide

hele werkwoord = spielen

ich 
du
er / sie / es

wir
ihr
sie / Sie
STAM
spiel -
spiel - 
spiel - 

spiel - 
spiel - 
spiel - 
STAP 1: 
maak de stam van het werkwoord dus min -en

Slide 10 - Tekstslide

hele werkwoord = spielen
stam:
ich 
du
er / sie / es

wir
ihr
sie / Sie
spiel
spiel -
spiel - 
spiel - 

spiel - 
spiel - 
spiel - 
Ezelsbrug is: 
(fe)esttenten



e
st 

en 
en 

Slide 11 - Tekstslide

hele werkwoord = spielen

ich 
du
er / sie / es

wir
ihr
sie / Sie
STAM
spiel -
spiel - 
spiel - 

spiel - 
spiel - 
spiel - 
STAP 2: 
plak de juiste uitgang achter de juiste persoon
uitgangen
e
st 

en 
en 

Slide 12 - Tekstslide

Snap je dit?
Ik snap het
Ik snap het een beetje
Ik snap het niet

Slide 13 - Poll

Vervoeg het Duitse zwakke werkwoord spielen (= spelen).                                  
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
Denk aan de stam!
spielen
spielen
spielst
spiele
spielt
spielt

Slide 14 - Sleepvraag

wohnen
Der Mann ... in Australien
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 15 - Quizvraag

lieben
... du deine Freundin?
A
liebe
B
lieben
C
liebt
D
liebst

Slide 16 - Quizvraag

Aber....



...es gibt natürlich wieder Ausnahmen...

Slide 17 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden met een stam op -s, -ß, ss, x of -z (sis-klank)
ich                           reise
du                            reist
er/sie/es               reist

wir                           reisen
ihr                            reist
sie/Sie                   reisen
De s van de uitgang -st bij du valt weg, dus je schrijft alleen een t op!

Slide 18 - Tekstslide

sitzen

du ...
A
sitzest
B
sitzt
C
sitzst
D
sitzen

Slide 19 - Quizvraag

Mein neues Handy [passen] nicht in meine kleine Handtasche.

Slide 20 - Open vraag

Das Kind [sitzen] auf dem Stuhl.

Slide 21 - Open vraag

Wie (heißen) ................. du?

Slide 22 - Open vraag

Snap je het?
Ik snap het
Ik snap het een beetje
Ik snap het niet

Slide 23 - Poll



                                                             

                               Hausaufgaben: Kap. 1 Lektion 1 Aufg. 7                                  bis einschl. 11 machen


                              Tschüss

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide