H6.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Bereken de oppervlakte.

3 X 1,5 = 4,5

2 x 1,5 = 3

(lengte x vergrotingsfactor)

4,5

3

bb/kb/gl

Oppervlakte = 3 x 4,5 = 13,5

getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl

Vergroten:

lengte x vergrotingsfactor

oppervlakte x  vergrotingsfactor²

Rechthoek PQRS wordt met factor 4 vergroot. Met welke factor wordt de oppervlakte vergroot?

1. 2
2. 4
3. 16
4. 64

Een pasfoto heeft een oppervlakte van 6 cm2. De pasfoto wordt vergroot met vergrotingsfactor 5. Wat wordt de nieuwe oppervlakte?

1. 30 cm2
2. 180 cm2
3. 60 cm2
4. 150 cm2

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.

1. 4² x 10 =160
2. 4 x 10 =40

Parallellogram ABCD wordt vergroot
met factor 5, bereken de oppervlakte
van de vergroting.

1. opp=1275
2. opp=255
3. opp=6375
4. opp=5393

Kader Huiswerk:

Van H6.3 opdrachten 36 t/m 42

getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl

Vergroten:

lengte x vergrotingsfactor

oppervlakte x  vergrotingsfactor²

^{ALLEEN GL:}

inhoud x vergrotingsfactor³

Een kubus wordt vergroot met factor 4.
De inhoud van de vergrootte figuur wordt dan...................zo groot

1. 4 keer
2. 16 keer
3. 64 keer
4. 128 keer

Een vaas wordt vergroot. De inhoud van het origineel is 0,6 liter, de vergrotingsfactor is 1,4. Hoeveel liter is de vergroting? (afgerond op 1 decimaal)

1. 3
2. 1,6
3. 1,4
4. 0,3

Hoeveel is de inhoud van de vergroting
in ?

dm​3​​

1. 262.44
2. 145.8
3. 58.32
4. 81

Huiswerk eerste les na de vakantie

Kader: Van H6.3 opdrachten 36 t/m 42

GL: van H6.3  opdrachten 37 t/m 49

In je schrift!