6.3 oppervlakte en inhoud vergroten

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik op 6.2 / 8.4
Theorie uitleg van 6.3 / 8.5
Aan het werk met de opgaven van 6.3 / 8.5
Opdracht: (36 t/m 41) T: (42 t/m 45, 48)
Opdracht T: (59 t/m 64, 69 t/m 72, 75)
Lesevaluatie

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen?

Je kan de vergroting bij een oppervlakte berekenen..
T: Je kan de vergroting bij de inhoud berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte.

Slide 4 - Tekstslide

3 X 1,5 = 4,5

2 x 1,5 = 3

(lengte x vergrotingsfactor)

Slide 5 - Tekstslide

4,5

Oppervlakte = 3 x 4,5 = 13,5

Slide 6 - Tekstslide

Vergroten:

lengte x vergrotingsfactor

oppervlakte x vergrotingsfactor²

Slide 7 - Tekstslide

Vergroten:

lengte x vergrotingsfactor

oppervlakte x vergrotingsfactor²

inhoud x vergrotingsfactor³

Slide 8 - Tekstslide

Rechthoek PQRS wordt met factor 4 vergroot. Met welke factor wordt de oppervlakte vergroot?

Slide 9 - Quizvraag

Een pasfoto heeft een oppervlakte van 6 cm2. De pasfoto wordt vergroot met vergrotingsfactor 5. Wat wordt de nieuwe oppervlakte?

30 cm2

180 cm2

60 cm2

150 cm2

Slide 10 - Quizvraag

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.

4² x 10 =160

4 x 10 =40

Slide 11 - Quizvraag

Parallellogram ABCD wordt vergroot
met factor 5, bereken de oppervlakte
van de vergroting.

opp=1275

opp=255

opp=6375

opp=5393

Slide 12 - Quizvraag

Een kubus wordt vergroot met factor 4.
De inhoud van de vergrootte figuur wordt dan...................zo groot

4 keer

16 keer

64 keer

128 keer

Slide 13 - Quizvraag

Een vaas wordt vergroot. De inhoud van het origineel is 0,6 liter, de vergrotingsfactor is 1,4. Hoeveel liter is de vergroting? (afgerond op 1 decimaal)

1,6

1,4

0,3

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel is de inhoud van de vergroting
in ?

d m^{​ 3 ​ ​}

262.44

145.8

58.32

Slide 15 - Quizvraag

Wat? 6.3, opdracht: (36 t/m 41) T: (42 t/m 45, 48)
T 8.5, opdracht: (59 t/m 64, 69 t/m 72, 75)

Waar? via je boek.

Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Kijk je werk na via het online nakijkboek

Niet overleggen, geen vragen -->

Niet overleggen, wel vragen -->

Overleg én vragen wel toegestaan -->

Slide 16 - Tekstslide