In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De les van vandaag
Wie ben ik ook alweer?
Hoe was jullie vakantie?
Terugblikken op de les voor de vakantie
Waar gaat deze les over?
Uitleg paragraaf 6.2
Aan de slag
Nabespreking/ Afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
Solaiman Louza
Stagiair aankomend half jaar
23 jaar, Hoge School Van Nijmegen, kom uit Veenendaal
Email: s.louza@montessoriarnhem.nl
Maandag t/m vrijdag 09:00-17:00 beschikbaar
Zo snel mogelijke reageren
Slide 2 - Tekstslide
Hoe was jullie vakantie ?
Slide 3 - Woordweb
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Winst
Afschrijving, Rente
Pacht
Slide 4 - Sleepvraag
Henk heeft een wasmachine van €1500. Bij het aanschaffen van een volgende wasmachine verwacht hij een inruilwaarde van €300. Henk besluit om jaarlijks €150 af te schrijven. Na hoeveel jaar heeft Henk genoeg afgeschreven voor een nieuwe?
A
10
B
8
C
12
D
14
Slide 5 - Quizvraag
Afschrijving
Het geld wat je moet sparen om over een XX aantal jaren eenzelfde item te kopen.
De berekening: (Inkoopwaarde - Restwaarde)
-------------------------------- = Afschrijving per
Aantal periodes periode
Slide 6 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Vragers : Kopen producten
Aanbieders: Verkopen producten
Producten: Goederen en Diensten
Goederen: Kan je vastpakken (Kleren, melk, auto's)
Diensten: Kan je niet vastpakken (Knipbeurt, treinrit, klantenservice)
Wat beïnvloedt de prijs van het product?
Slide 8 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Wat gebeurt er met de prijs van een product als de vraag of het aanbod ervan verandert?
Vraag Prijs Vraag Prijs
Aanbod Prijs Aanbod Prijs
Slide 9 - Tekstslide
Concrete markt
Concrete markt: Een markt die je bezoekt om goederen of diensten te kopen. (Je kunt de markt aanraken)
Voorbeelden: Supermarkt, kledingwinkel en de stomerij.
Slide 10 - Tekstslide
Abstracte markt
Abstracte markt is het geheel van vraag en aanbod.
Het aanbod komt van de producenten.
De producenten van de abstracte markt van frisdrank zijn bijvoorbeeld: Coca Cola, Lipton en Redbull.
De vraag komt van de consumenten.
Voorbeelden van andere abstracte markten: Automarkt, kaasmarkt en schoenenmarkt.
Slide 11 - Tekstslide
Marktaandeel
Het marktaandeel is de afzet van een
bedrijf als percentage van de totale
afzet (gehele markt)
VB: Jumbo heeft een afzet van 12.000
De totale afzet van alle supermarkten
is 100.00
12.000 : 100.000 X 100% = 12%
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Aan de slag
15 Minuten.
Begin met opdracht 16. Die wil ik klassikaal
bespreken (met behulp van iemand)
Je kunt daarna aan de slag gaan met:
Huiswerk maken: Opdracht 13 t/m 17 en 21
Werken aan PO3
Eigen keuze ( in overleg )
stopwatch
00:00
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 16
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 13 t/m 17 en 21
Welke vraag zou je de volgende les nog graag extra willen bespreken?
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiting
Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.