H6.3

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Reminder: invullen profielkeuze

  • Digitaal invullen via Zermelo 
  • Gebruik je keuze in het driehoeksgesprek
  • Maak gebruik van de adviescodes (deeltaak 4). 

 Wijzigen kan tot 1 april.

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 6.3
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent afzet?
A
Hoeveel winst er is gemaakt
B
Voor hoeveel het is ingekocht
C
Hoeveel er is verkocht
D
Voor hoeveel het is verkocht

Slide 4 - Quizvraag

Afzet x Verkoopprijs
Omzet - Inkoopwaarde

Inkoopwaarde + Brutowinstmarge 
Omzet
Verkoop prijs
Bruto winst

Slide 5 - Sleepvraag

Wat valt er onder
bedrijfskosten?

Slide 6 - Woordweb

Brutowinst - Bedrijfskosten = ...

Slide 7 - Open vraag

Consumentenprijs is ...
A
Inclusief btw
B
Exclusief btw

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel procent btw geldt er bij de kapper?
A
9%
B
21%
C
19%
D
0%

Slide 9 - Quizvraag

Btw-tarieven 
  • Op de meeste producten geldt een btw van 21%
  • Op levensmiddelen en sommige diensten, zoals de kapper, geldt een btw van 9%
  • Een beperkt aantal product is vrijgesteld van btw. hier geldt een tarief van 0%

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met btw
Goed om te weten tijdens het rekenen met een verhoudingstabel:
  • Bedragen zonder btw = 100% (verkoopprijs)
  • Bedragen met btw: 100% + btw% (consumentenprijs)

Slide 11 - Tekstslide

Een colafles is 2,00 euro exclusief btw.
Wat is de consumenten prijs? (inclusief 9% btw)

Slide 12 - Open vraag

Doelen van deze les
  • Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
  • Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
  • Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.

Slide 13 - Tekstslide

Concrete markt
  • Concrete markt: Een markt die je bezoekt om goederen of diensten te kopen. (Openingstijden)
  • Voorbeelden: Supermarkt, kledingwinkel en de kapper.

Slide 14 - Tekstslide

Abstracte markt
  • Abstracte markt is het geheel van vraag en aanbod.
  • Het aanbod komt van de producenten.
  • De producenten van de abstracte markt van frisdrank zijn bijvoorbeeld: Coca Cola, Lipton en Redbull.
  • De vraag komt van de consumenten.
  • Voorbeelden van andere abstracte markten: Automarkt, kaasmarkt en schoenenmarkt.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Wat gebeurt er met de prijs van een product als de vraag of het aanbod ervan verandert?

Vraag                 Prijs                                     Vraag              Prijs

Aanbod              Prijs                                 Aanbod              Prijs

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Marktaandeel
Het marktaandeel is de afzet van een
bedrijf als percentage van de totale 
afzet (gehele markt)

VB: Jumbo heeft een afzet van 9.600
De totale afzet van alle supermarkten 
is 100.000
9.600 : 100.000 X 100% = 9,6%

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Maken: 2 t/m 9 (H6.3). Begin met het maken van vragen 5 en 9. Deze gaan we zo bespreken. 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Keuzewerk



  • Huiswerk maken: 2 t/m 9 (H6.3)
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Afronding van deze les
  • Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
  • Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
  • Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.


Slide 23 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 24 - Tekstslide