In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De les van vandaag
Wie ben ik?
Terugblikken op de les voor de vakantie
Waar gaat deze les over?
Uitleg paragraaf 6.2
Aan de slag
Nabespreking ( Opdracht 16 )
Afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
Solaiman Louza
Stagiair aankomend half jaar
23 jaar, Hoge School Van Nijmegen, kom uit Veenendaal
Email: mcm017141@montessoriarnhem.nl
Maandag t/m vrijdag 09:00-17:00 beschikbaar
Zo snel mogelijke reageren
Slide 2 - Tekstslide
Wat is jullie bij gebleven van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Winst
Afschrijving, Rente
Pacht
Slide 4 - Sleepvraag
Henk heeft een wasmachine van €1500. Bij het aanschaffen van een volgende wasmachine verwacht hij een inruilwaarde van €300. Henk besluit om jaarlijks €150 af te schrijven. Na hoeveel jaar moet hij een nieuwe wasmachine aanschaffen?
A
10
B
8
C
12
D
14
Slide 5 - Quizvraag
Doelen van deze les
Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.
Slide 6 - Tekstslide
Concrete markt
Concrete markt: Een markt die je bezoekt om goederen of diensten te kopen. (Openingstijden)
Voorbeelden: Supermarkt, kledingwinkel en de kapper.
Slide 7 - Tekstslide
Abstracte markt
Abstracte markt is het geheel van vraag en aanbod.
Het aanbod komt van de producenten.
De producenten van de abstracte markt van frisdrank zijn bijvoorbeeld: Coca Cola, Lipton en Redbull.
De vraag komt van de consumenten.
Voorbeelden van andere abstracte markten: Automarkt, kaasmarkt en schoenenmarkt.
Slide 8 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Wat gebeurt er met de prijs van een product als de vraag of het aanbod ervan verandert?
Vraag Prijs Vraag Prijs
Aanbod Prijs Aanbod Prijs
Slide 9 - Tekstslide
Marktaandeel
Het marktaandeel is de afzet van een
bedrijf als percentage van de totale
afzet (gehele markt)
VB: Jumbo heeft een afzet van 12.000
De totale afzet van alle supermarkten
is 100.00
12.000 : 100.000 X 100% = 12%
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
15 Minuten.
Je kunt aan de slag met:
Huiswerk maken: Opdracht 13 t/m 17 en 21
Opdracht 16 klassikaal bespreken met behulp van iemand..
Werken aan PO3
Eigen keuze ( in overleg )
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 16
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 13 t/m 17 en 21
Vragen over de opdrachten?
Begrijpen jullie de theorie?
Slide 13 - Tekstslide
Afsluiting
Je kunt de kenmerken van een concrete markt en een abstracte markt noemen.
Je kunt het verband tussen een stijging/daling van vraag-en- aanbod en een stijging/daling van de prijs uitleggen.
Je kunt uitleggen en berekenen wat een marktaandeel is.