Grammatica havo 3 - Van enkelvoudig naar samengesteld

Van enkelvoudige naar samengestelde zinnen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Van enkelvoudige naar samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN
  • Je kunt een bijzin vervangen door een woord of woordgroepje (van een samengestelde zin een enkelvoudige zin maken);
  • Je kunt van een gegeven woord/woordgroepje een bijzin maken (van een enkelvoudige zin een samengestelde zin maken).

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcheck (9 en 10, Blok 3)
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Hoofdzin
Bijzin
Kun je als losse zin opschrijven
Kun je niet als losse zin opschrijven
PV en OND staan naast elkaar
PV en OND staan uit elkaar
Begint met een onderschikkend voegwoord
Is een onderdeel van de hoofdzin

Slide 4 - Sleepvraag

Waaruit bestaat een onderschikkend samengestelde zin?
A
Een hoofdzin
B
Twee hoofdzinnen
C
Een hoofdzin en een bijzin
D
Twee bijzinnen

Slide 5 - Quizvraag

Waaraan kun je een bijzin herkennen?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

timer
1:00
Noem vijf onderschikkende voegwoorden

Slide 7 - Woordweb

Maak een samengestelde zin die begint met een bijzin.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Je wilt inloggen en dan moet je een wachtwoord gebruiken.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 9 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Het is bekend dat je meerdere wachtwoorden moet hebben.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 10 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Je moet je verschillende wachtwoorden onthouden, zodat je informatie vergrendeld is.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Onderschikkend samengestelde zin
  • Hoofdzin + één of meerdere bijzinnen
  • Kenmerken bijzin:
    - onderwerp en pv zijn van elkaar gescheiden
    - de pv staat meestal achteraan in de zin
    - de bijzin is een zinsdeel van de hele zin (bv. lijdend voorwerp)
    Voorbeeld: Hij weet al heel lang dat hij goed kan tekenen.
                            Hij weet al heel lang iets.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: vervang de bijzin door een woord of woordgroepje.

Het journaal meldt dat bij Mexico een orkaan in aantocht is.

Slide 14 - Open vraag

Opdracht: vervang de bijzin door een woord of woordgroepje.

Omdat de Verenigde Naties aan elke orkaan een naam geven, wordt hij haast een levend wezen.

Slide 15 - Open vraag

Opdracht: vervang de bijzin door een woord of woordgroepje.

Als een orkaan dodelijk is geweest, wordt zijn naam niet meer gebruikt.

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk voor volgende les
  • Lees de blauwe tekst op blz. 109
  • Maak opdr. 11 (Blok 3)

Klaar?
Werken aan herhalings- en verdiepingsopdrachten Blok 1 t/m 3

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
Heb je de leerdoelen bereikt? 
Wat ging goed?
Wat kan volgende keer beter?

Slide 18 - Tekstslide