Onderschikkend voegwoord
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…
Deze voegwoorden verbinden altijd een hoofd- en een bijzin met elkaar.
Nevenschikkend voegwoord
en
maar
of
dan (wel)
dus
want
Deze voegwoorden verbinden altijd hoofdzinnen met elkaar.