H2 - week 37- les 1 - Spelling H1

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Er is een plattegrond! Check hem bij de docent
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Er is een plattegrond! Check hem bij de docent

Slide 1 - Tekstslide

- Stillezen
- Spelling H1 theorie
- Spelling H1 - aan de slag!

Doel: 
- Je weet waar je de verschillende leestekens moet zetten in een tekst;
- Je zet de leestekens op juiste plaats;
- Je kunt aanwijzen in elke zinnen de leestekens op de goede manier gebruikt zijn.
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Spelling H1

Slide 4 - Tekstslide

  • Punt
  • Komma
  • Puntkomma
  • Dubbele punt
Spelling H1 - leestekens

Slide 5 - Tekstslide

Leestekens gebruik je om teksten leesbaar te maken. Zonder leestekens gaat de boodschap verloren.

"wacht, niet rennen!",  riep de coach.
"wacht niet, rennen!",  riep de coach.

.  , :  ; 

Slide 6 - Tekstslide

Punt gebruik je aan het einde van een zelfstandige, meedelende zin. 

Ik heb goed gespeeld. We hebben gewonnen. 
* Anke gaat morgen werken, ze wil met de trein gaan. 

Slide 7 - Tekstslide

De komma gebruik je als je twee zinnen samenvoegt tot één, langere zin:

- Tussen twee persoonsvormen
Nadat we wonnen, renden we een rondje. 

- Voor verbindingswoorden
Ik heb goed gespeeld, dus we hebben gewonnen. 

- Voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is
We wonnen de wedstrijd, die wel twee uur duurde. 

Slide 8 - Tekstslide

Een punt komma gebruik je als je wilt laten zien dat twee zinnen bij elkaar horen (maar geen verklaring). En dus ook in een langere opsomming.

Stef wil chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ZH.

- vervangen voor:  - . - 
Stef wil chirurg worden. Zijn vader werkt ook in het ZH
;

Slide 9 - Tekstslide

Dubbele punt gebruik je als je iets wilt verklaren. De ene zin geeft een verklaring voor de andere.

Stef wil later chirurg worden: hij ziet het salaris wel zitten.
- vervangen voor: -  , want - 
Stef wil later chirurg worden, want hij ziet het salaris wel zitten
.

Slide 10 - Tekstslide

In opsommingen kun je beiden gebruiken, maar wel op een andere plek!

Vandaag heb ik een drukke dag: eerst ga ik naar de kapper; dan moet ik met oma, opa en neefje naar het ziekenhuis; ik moet nog boodschappen voor kerst doen en ik wil nog sporten. 

Opsommingen

Slide 11 - Tekstslide

Je maakt jouw leerlijn van H1 - spelling online.  (of als it's niet werkt in je boek, alle opdrachten)

Je zorgt dat dit voor het einde van de week af is. 

- Je bent stil voor jezelf aan het werk
- Als je er echt niet uitkomt, steek je je vinger op. 

Succes!
Aan de slag:

Slide 12 - Tekstslide

- Project - zakelijke mail

Je gaat in de les een mail schrijven aan de persoon die jij wilt interviewen.
Volgende les

Slide 13 - Tekstslide