Leesvaardigheid blok 1 havo 4

Leesvaardigheid blok 1 
2F, 3F: Het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte van een tekst bepalen en deze formuleren.
3F: De functie van de titel, de ondertitel en de tussenkopjes bepalen..
2F, 3F: De hoofd- en bijzaken onderscheiden en de kernzinnen in een tekst herkennen.
2F, 3F: Uit de tekst afleiden wat het schrijfdoel en de tekstsoort is en voor welk publiek de tekst is geschreven.
3F: Verschillende feitelijke en waarderende uitspraken, standpunten en argumenten onderscheiden.
3F: De intenties, opvattingen en gevoelens van de schrijver uit de tekst afleiden.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid blok 1 
2F, 3F: Het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte van een tekst bepalen en deze formuleren.
3F: De functie van de titel, de ondertitel en de tussenkopjes bepalen..
2F, 3F: De hoofd- en bijzaken onderscheiden en de kernzinnen in een tekst herkennen.
2F, 3F: Uit de tekst afleiden wat het schrijfdoel en de tekstsoort is en voor welk publiek de tekst is geschreven.
3F: Verschillende feitelijke en waarderende uitspraken, standpunten en argumenten onderscheiden.
3F: De intenties, opvattingen en gevoelens van de schrijver uit de tekst afleiden.

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind je moeilijk?
A
Onderwerp en deelonderwerpen bepalen
B
Hoofd- en bijzaken onderscheiden
C
Hoofdgedachte bepalen en formuleren
D
Kernzinnen herkennen en/of formuleren

Slide 2 - Quizvraag

Wat vind je moeilijk?
A
De functie van titel, ondertitel en tussenkopjes bepalen
B
Feitelijke en waarderende uitspraken onderscheiden
C
Schrijfdoel, tekstsoort en publiek bepalen
D
Standpunten en argumenten herkennen

Slide 3 - Quizvraag

Programma
In drie groepen werken aan leesvaardigheid. 
Per groep zijn de teksten hetzelfde, maar is de werkwijze anders. 

Slide 4 - Tekstslide

Lezen in drie rondes
  • Ronde 1 = orienterend lezen (5 minuten) 
  • Doel = eerste indruk krijgen van de tekst door te kijken naar titel, tussenkopjes, illustraties, inleiding, slot, cursief- of vetgedrukte tekst, schrijver en de bron. 

  • Ronde 2 = grote lijnen (10 minuten) 
  • Doel = de hoofdzaken uit de tekst halen door de kernzinnen uit de tekst te halen. 

  • Ronde 3 = details (30+ minuten)
  • Doel = de tekst begrijpen en beoordelen door in te zoomen op de tekst (tekstverbanden, verwijswoorden, betekenis van woorden, etc.) 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1 
Lees de tekst oriënterend en probeer te bepalen wat het onderwerp van de tekst is. Ga na wat je zelf al weet van het onderwerp. 
Noteer in het tekstvak: het onderwerp, voorkennis en overig zaken die je opvallen. 

Tijd: 5 minuten 


timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2 
Lees de tekst globaal en markeer de kernzinnen. Noteer in jouw tekstvak puntsgewijs de hoofdzaken van de tekst. 

Tijd: 10 minuten 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3 
Maak een tijdbalk bij de tekst waarin je de ontwikkeling van het stripverhaal vastlegt. Dit doe je aan de hand van een Infographic op canva.nl 

Bedenk minimaal 5 vragen bij de tekst. Noteer ook de antwoorden. 


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3 
Markeer in de tekst: moeilijke woorden, verwijswoorden en signaalwoorden. Noteer bij de moeilijke woorden de betekenis, geef aan waar de verwijswoorden naar verwijzen en welke verbanden de signaalwoorden aangeven. 


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3
Beantwoord de vragen bij de tekst in de online methode. 
Kies voor niveau V4 en maak de opdrachten bij lezen blok 1: eindopdrachten kunnen. 

Slide 10 - Tekstslide