Chronologisch: welke signaalwoorden?
Jeroen is op vakantie geweest in Parijs. Eerst is hij met de auto naar het hotel gereden. Daarna heeft hij al zijn spullen uitgepakt en is hij de stad gaan bekijken. De eerste dag heeft hij musea bezocht, de tweede dag heeft hij gewinkeld en de derde dag heeft hij lekker door de stad gewandeld.