De persoonsvorm is een belangrijk werkwoord in de zin, omdat
A
het aangeeft om het over een persoon gaat.
B
het het enige werkwoord is dat de tijd van een zin aangeeft.
C
het altijd aangeeft wat iemand doet.
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
De persoonsvorm is een belangrijk werkwoord in de zin, omdat
A
het aangeeft om het over een persoon gaat.
B
het het enige werkwoord is dat de tijd van een zin aangeeft.
C
het altijd aangeeft wat iemand doet.
Slide 1 - Quizvraag
De persoonsvorm is in getal altijd gelijk aan het onderwerp. Dus als het onderwerp meervoud is, dan is de pv dat ook. Is het onderwerp enkelvoud, dan is de pv dat ook.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
De afkorting pvvt staat voor:
Slide 3 - Open vraag
De afkorting pvtt staat voor:
Slide 4 - Open vraag
Hoe schrijf ik het werkwoord tussen de haakjes?
De robot ...... (lijken, pvtt) op een mens.
A
stam
B
stam + t
C
stam + d
D
stam + te
Slide 5 - Quizvraag
In de tegenwoordige tijd maak ik gebruik van 't ex-fokschip om te weten of ik een -d of een -t schrijf.