Communicatie - Hoofdstuk 3 (deel 2)

Communicatie - Hoofdstuk 3 (deel 2)

1. Terugblik vorige les
2. Theorie H3 deel 1
3. Zelfstandig werken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie - Hoofdstuk 3 (deel 2)

1. Terugblik vorige les
2. Theorie H3 deel 1
3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Diversiteit gaat altijd over verschillen in de culturele afkomst van iemand
A
Juist
B
Onjuist
C

Slide 2 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij de communicatie tussen mensen vanuit verschillende culturen?

Slide 3 - Open vraag

Waar staan de verschillende letters uit de afkorting LHBTAQI+ voor?

Slide 4 - Woordweb

Seksuele diversiteit
= variatie in het beleven en uiten van seksualiteit. 

  • Heteroseksueel. Heteroseksuele mensen voelen zich romantisch en fysiek aangetrokken tot mensen van het andere geslacht.
  • Homoseksueel. Homoseksuele mensen voelen zich romantisch en fysiek aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht.
  • Biseksueel. Biseksuele mensen voelen zich romantisch en fysiek aangetrokken tot beide geslachten.
  • Aseksueel. Aseksuele mensen hebben geen seksuele verlangens, naar geen enkele sekse.
  • Panseksueel. Panseksuele mensen zijn personen die zich aangetrokken voelen tot anderen, ongeacht het biologische geslacht.
  • Queer. Met queer geven mensen aan dat ze zich niet zomaar in één hokje plaatsen wat betreft gender en seksualiteit.


Slide 5 - Tekstslide

Genderdiversiteit
= de verschillen in gender tussen mensen.

  • Sekse: wordt na de geboorte bepaald op basis van lichamelijke kenmerken
  • Gender: eigenschappen die worden geassocieerd met mannelijk of vrouwelijk zijn, het gevoel om wel/niet man/vrouw te voelen


Slide 6 - Tekstslide

Aandachtspunten bij diversiteit
Vooroordelen en aannames kleuren de manier waarop je communiceert en handelt

Wees je bewust van je eigen vooroordelen en probeer in je werk objectief te handelen

Slide 7 - Tekstslide

Pinto
De drie stappen van Pinto

  • Stap 1: Ken jezelf, ken je eigen waarden en normen. Die waarden en normen zijn cultuurgebonden en bepalen wat jij belangrijk vindt en wat niet. Verdiep je ook in de gedragsregels die je normaal vindt en wees je ervan bewust dat ook die cultuurgebonden zijn.
  • Stap 2: Leer de normen en waarden van de ander kennen. Ook die komen voort uit zijn cultuur. Ga hierbij uit van feiten en niet van vooroordelen.
  • Stap 3: Bepaal hoe je omgaat met de verschillen tussen jullie. Bepaal je grenzen en bepaal welke aanpassingen aan de ander je wel of niet wil doen.


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht Pinto
De drie stappen van Pinto

  • Stap 1: beschrijf op half A4 je eigen cultuur, normen, waarden, gebruiken en gedragingen.
  • Stap 2: zoek iemand anders op en leer diegene zijn cultuur, normen, waarden, gebruiken en gedragingen kennen. Beschrijf op een half A4 de feiten en geen vooroordelen. 
  • Stap 3: Bepaal hoe je omgaat met de verschillen tussen jullie. Bepaal je grenzen en bepaal welke aanpassingen aan de ander je wel of niet wil doen.


Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!

Digitale leeromgeving
- Licentie Communicatie & Ondersteunen, module 1, hoofdstuk 3
- Opdracht niveau 4: alle opdrachten afmaken


Deadline: 10 oktober

Slide 10 - Tekstslide