5.4 Het ontstaan van staten
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Geef aan waarom een vorst na de vroege middeleeuwen graag ambtenaren in dienst nam.
A
Ambtenaren hadden geen eigen mening
B
Ambtenaren hadden niet het gevoel dat ze de baas waren over het land dat ze bestuurden
C
Ambtenaren waren niet zo slim
D
Ambtenaren waren slimmer dan leenmannen
Slide 5 - Quizvraag
werden steeds . Band tussen koning en leenman verdween. Koning had in plaats van het leger van de leenman.
Steden en burgers
onafhankelijker
Huurlegers
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welk gevolg had deze scheiding voor de macht van de paus?
A
De paus bleef voortaan onder gezag van de Duitse vorsten
B
De paus stond boven de wereldlijke macht
C
De paus verloor veel macht
D
De paus verloor macht over de gelovigen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wie kwamen er in verzet tegen centraal bestuur?
Slide 10 - Open vraag
Stelling: de adel en de kerk waren voor een centraal bestuur
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van staatsvorming en centralisatie?
A
Centraal bestuur vanuit hoofdstad
B
Minder macht voor de adel
C
Meer macht voor de vorst
D
Meer macht voor de burgers
