Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Extra opdrachten TAALVERZORGING
Extra opdrachten TAALVERZORGING
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Extra opdrachten TAALVERZORGING
Slide 1 - Tekstslide
Zaterdag/zaterdag
A
Zaterdag
B
zaterdag
Slide 2 - Quizvraag
Wat is juist gespeld?
A
Tweede Kamer
B
tweede kamer
C
Tweede kamer
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
RTL4programma
B
RTL4-programma
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
A
Audiouitgang
B
Audio-uitgang
Slide 5 - Quizvraag
Hoofdletters
Wat is goed?
A
Voor veel mensen is God belangrijk.
B
Voor veel mensen is god belangrijk.
Slide 6 - Quizvraag
Hoofdletters
Wat is goed?
A
De rijn loopt door duitsland en nederland.
B
De rijn loopt door Duitsland en Nederland.
C
De Rijn loopt door Duitsland en Nederland.
D
De Rijn loopt door duitsland en nederland.
Slide 7 - Quizvraag
Samenstellingen
A
vissekom
B
vissenkom
Slide 8 - Quizvraag
Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep
Slide 9 - Quizvraag
Samenstellingen
A
fantasieboeken
B
fantasie boeken
C
fantasyboeken
D
fantasy boeken
Slide 10 - Quizvraag
Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland
Slide 11 - Quizvraag
Plaats zo nodig hoofdletters.
het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten
Slide 12 - Open vraag
schrijf de zin over met de juiste interpunctie. (6 items)
merel zegt schrijf de zin over met de juiste interpunctie
Slide 13 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Spelling
B
inhoud
C
Leestekens
D
taalgebruik
Slide 14 - Quizvraag
In welke zin is de interpunctie correct?
A
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
B
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
Slide 15 - Quizvraag
Schrijf de zin over met de goede interpunctie:
dat is hoe het gaat
Slide 16 - Open vraag
Sleep de juiste interpuncties naar de open plekken.
Is er iemand jarig __1__ Dan roepen we: Van harte gefeliciteerd __2__ Bijna
iedereen viert zijn of haar verjaardag __3__ Maar wist je dat niet elk land
dat op dezelfde manier doet __4__ Veel Nederlandse gewoontes vinden ze
in het buitenland maar gek__5__ We roepen bijvoorbeeld allemaal: Hiep,
hiep hoera __6__ En waarom gaat iedereen in een kringetje zitten __7__ Je
moet je verjaardag natuurlijk gewoon zo vieren zoals jij dat leuk vindt __8__
?
?
?
.
.
.
!
!
Slide 17 - Sleepvraag
als ik mijn huiswerk af heb zei guus kom ik nog even wat chillen
.
:
,
'
'
hoofdletter
hoofdletter
,
'
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is het doel van hoofdletters?
Slide 19 - Open vraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Paasei
B
paasei
Slide 20 - Quizvraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December
Slide 21 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de passende rij.
hoofdletters
geen hoofdletters
anneloes
school
bobby
gymzaal
meuken
hoeve
Slide 22 - Sleepvraag
Schrijf 2 woorden op die je met een hoofdletter schrijft en schrijf 2 woorden op die je niet met hoofdletter schrijft
Slide 23 - Open vraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
minister-president
B
Minister-President
Slide 24 - Quizvraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente
Slide 25 - Quizvraag
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Hoofdletter
richard
siddeburen
herfst
oktober
begin van een zin
limburgse vlaai
Slide 26 - Sleepvraag
Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet het leesteken onder de letter c?
Curaçao
A
accent circonflexe
B
apostrof
C
accent aigu
D
cedille
Slide 28 - Quizvraag
Apostrof of niet?
A
Karins handtas
B
Karin's handtas
C
Karins' handtas
D
Karins's handtas
Slide 29 - Quizvraag
accent aigu
A
café
B
crèche
C
enquête
Slide 30 - Quizvraag
Trema of geen trema?
A
ingredienten
B
ingrediënten
Slide 31 - Quizvraag
Wat is een cedille?
A
ç
B
Č
Slide 32 - Quizvraag
Getallen onder de twintig uitschrijven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Welke spellingsregel is goed?
A
getallen tot en met tien moet je uitschrijven.
B
getallen tot en met twintig moet je uitschrijven.
C
getallen tot en met honderd moet je uitschrijven.
D
Geen enkel getal moet je uitschrijven.
Slide 34 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Toets spelling: hoofdletter, interpunctie en verkleinwoorden
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
C1 §4 Tekstdoelen en tekstdoorten en C7 herhaling spelling
September 2024
- Les met
21 slides
Nederands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Taalverzorging H
November 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Di 18 april Taalverzorging
April 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Taalverzorging 4E
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
C1 §3 hoofdgedachte en C7 §5 bewegend leren
September 2024
- Les met
32 slides
Nederands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
V2 Taalverzorging H28 herhalen
Juni 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling van alles wat
Mei 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2