Extra opdrachten TAALVERZORGING

Extra opdrachten TAALVERZORGING
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Extra opdrachten TAALVERZORGING

Slide 1 - Tekstslide

Kies het juiste leesteken.

Na deze dag kunnen we de volgende conclusie trekken ............... op zaterdag is het zo druk dat we meer personeel moeten inhuren.
A
:
B
;
C
,
D
.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
KOLONIE?
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 3 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken tussen de woorden in?
na-apen
A
samenstellingsteken
B
combinatieteken
C
koppelteken
D
cedille

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken onder de letter c?
Curaçao
A
accent circonflexe
B
apostrof
C
accent aigu
D
cedille

Slide 6 - Quizvraag

Apostrof of niet?


A
Karins handtas
B
Karin's handtas
C
Karins' handtas
D
Karins's handtas

Slide 7 - Quizvraag

accent aigu
A
café
B
crèche
C
enquête

Slide 8 - Quizvraag

Trema of geen trema?

A
ingredienten
B
ingrediënten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een cedille?
A
ç
B
Č

Slide 10 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 11 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
keuzepakket
B
keuzenpakket

Slide 12 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 13 - Quizvraag

Getallen onder de twintig uitschrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welke spellingsregel is goed?
A
getallen tot en met tien moet je uitschrijven.
B
getallen tot en met twintig moet je uitschrijven.
C
getallen tot en met honderd moet je uitschrijven.
D
Geen enkel getal moet je uitschrijven.

Slide 15 - Quizvraag

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
aanstaande
A
as
B
a.s.
C
as.

Slide 16 - Quizvraag