Formuleren opstartles

3 zinnen
Sorry, maar ik heb je geld nog niet. Je krijgt het morgen.

Het spijt me, maar ik heb u nog niet terug kunnen betalen. Ik verwacht dit morgen te kunnen doen.

Wilt u mij excuseren. Ik heb u nog niet kunnen restitueren. U kunt de achterstallige betaling morgen tegemoetzien. 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 zinnen
Sorry, maar ik heb je geld nog niet. Je krijgt het morgen.

Het spijt me, maar ik heb u nog niet terug kunnen betalen. Ik verwacht dit morgen te kunnen doen.

Wilt u mij excuseren. Ik heb u nog niet kunnen restitueren. U kunt de achterstallige betaling morgen tegemoetzien. 

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer zou je onderstaande zin gebruiken?
Sorry, maar ik heb je geld nog niet. Je krijgt het morgen.

Slide 2 - Open vraag

Wanneer zou je de onderstaande zin gebruiken?
Het spijt me, maar ik heb u nog niet terug kunnen betalen. Ik verwacht dit morgen te kunnen doen.

Slide 3 - Open vraag

Wanneer zou je de onderstaande zin gebruiken?
Wilt u mij excuseren. Ik heb u nog niet kunnen restitueren. U kunt de achterstallige betaling morgen tegemoetzien.

Slide 4 - Open vraag

Herhaling grammatica/formuleren V3
Samengestelde zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Beantwoord: Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm (pv)?

Slide 6 - Open vraag

Herhaling: Persoonsvorm
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm (pv)?
- Getalproef
- Vraagproef
- Tijdproef (handigste!)


Slide 7 - Tekstslide

DUS:
Ik zal morgen op visite bij oma gaan.
Getalproef: Wij zullen morgen op visitie...
Vraagproef: Zal ik morgen op visite gaan bij oma?
Tijdproef: Ik zou morgen op visite bij oma gaan.


Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Enkelvoudige zinnen: Zinnen met één pv
  1. Ik zal morgen op visite bij oma gaan.
Samengestelde zinnen: Zinnen met twee of meer pv's
  1. Ik zal morgen op visite bij oma gaan, zodat ik haar weer gezien heb, voordat ik op vakantie ga.

Let op: Komma's en signaalwoorden!

Slide 9 - Tekstslide

Soorten zinnen: Hoofdzinnen
Hoofdzinnen: Zinnen die 'los' kunnen voorkomen
Pv staat op eerste of de tweede plek
Belangrijk: Er kan niks tussen de pv en het onderwerp staan.

De hond verstopte al zijn botten. (correct)
De hond niet verstopte al zijn botten. (incorrect)
    

Slide 10 - Tekstslide

Soorten zinnen: Bijzinnen
Bijzinnen: Zinnen die niet 'los' kunnen voorkomen.
  • De pv staat meestal achteraan.
  • Tussen pv en ond kunnen wél zinsdelen staan.

De hond verstopte al zijn botten (hoofdzin), omdat hij (ond) ze nog niet wilde (pv) opeten (bijzin).

Slide 11 - Tekstslide

Soorten samengestelde zinnen
Twee soorten samengestelde zinnen: nevenschikkend en onderschikkend 
  • Nevenschikkend: twee of meer hoofdzinnen (neven --> naast elkaar)
  • Het (ond) is (pv) al laat en daarom kom (pv) ik (ond) niet meer.
(hoofdzin 1)                               (hoofdzin 2)



Slide 12 - Tekstslide

Soorten samengestelde zinnen
  • Onderschikkend: Een hoofdzin met één of meer bijzinnen.

Omdat zij (ond) last van suikerziekte heeft (pv), eet (pv) Suzie (ond) geen koekjes.
(Bijzin)                                                                                       (Hoofdzin)

Slide 13 - Tekstslide

Welke zinsbouw?
Jan heeft goed geleerd, waardoor hij een goed cijfer zal behalen.
A
Hoofdzin + Hoofdzin
B
Bijzin + Hoofdzin
C
Hoofdzin + Bijzin
D
Bijzin + Bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Welke zinsbouw?
Toen ik naar huis ging, regende het ontzettend hard, waardoor ik nat werd.
A
Hoofdzin + hoofdzin + Hoofdzin
B
Hoofdzin + Hoofdzin + Bijzin
C
Bijzin + Hoofdzin + Bijzin
D
Bijzin + Bijzin + Hoofdzin

Slide 15 - Quizvraag

2 HZ's of HZ & BZ?
Als je zoveel taart blijft eten, word je vanzelf wel misselijk.
A
2 HZ's
B
HZ & BZ

Slide 16 - Quizvraag

Herkennen: Twee extra tips
1. Bijzinnen kan je meestal vervangen door één woordje
De jongen die al jaren verliefd op jou is, heeft voor Valentijn een kaart gestuurd.
Hij heeft voor Valentijn een kaart gestuurd.
2. Maak een vraagzin: De hoofdzin komt dan naar voren!
Gisteren heb ik jou gezien, toen jij boodschappen deed.
Heb ik jou gisteren gezien toen jij boodschappen deed?

Slide 17 - Tekstslide

Formuleren
Veel formuleringsfouten zijn terug te leiden tot fouten in de zinsbouw:
- Foutieve samentrekking
- Losstaand zinsgedeelte
- Foutieve inversie
- Woorden op de verkeerde plaats
- ...

Slide 18 - Tekstslide