via vervolg thema 3 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat weten we nog?

- Onderwerp
- Persoonsvorm
- voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Als je een vraagzin maakt, dan komt de persoonsvorm vooraan.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Wat is een vraagzin?

Slide 3 - Quizvraag

De persoonsvorm is een werkwoord
A
klopt
B
klopt niet

Slide 4 - Quizvraag

De persoonsvorm is het belangrijkste .... in de zin
A
werkwoord
B
onderwerp
C
bijwoord
D
voltooide tijd

Slide 5 - Quizvraag

De ijsbeer heeft in de sneeuw gerold.

Wat is de persoonsvorm?
A
De ijsbeer
B
heeft
C
in de sneeuw
D
gerold

Slide 6 - Quizvraag

Verwaarloosde de man zijn hond expres?

Wat is de persoonsvorm?
A
Verwaarloosde
B
de man
C
zijn hond
D
expres

Slide 7 - Quizvraag

Het onderwerp kan je vinden door:

wie of wat doet iets in de zin?
A
Waar
B
Niet waar
C
Huh?
D
Wat?

Slide 8 - Quizvraag

Het meisje geeft haar hond een koekje.

Wat is het onderwerp?
A
Het meisje
B
geeft
C
haar hond
D
een koekje

Slide 9 - Quizvraag

Op de markt in het dorp verkopen de boeren hun zelfgemaakte kaas.

Wat is het onderwerp?
A
Op de markt in het dorp
B
verkopen
C
de boeren
D
hun zelfgemaakte kaas

Slide 10 - Quizvraag

Voltooid deelwoord:
Ik ben geweest.
Jij hebt gekocht.
Wij zijn verdeeld.
De koekjes zijn verpakt.

Slide 11 - Tekstslide

-de of -te ?
'T SeXy FoKSCHaaP
TaXiKoFSCHiP

Verdelen - verdee  - verdeelde
Misten - mist - gemist
Pakken - pak- gepakt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb.........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb..............
kraken - ik heb...........
zoenen - ik heb..........

 Ezelsbruggetje:        TaXiKoFSCHiP       of     'T SeXyFoKSCHaaP

Slide 14 - Tekstslide

Waarvoor kun je
TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP
gebruiken?
A
het onderwerp vinden
B
de persoonsvorm vinden
C
het voltooid deelwoord goed schrijven
D
weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Zit de letter in:

TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP

dan komt er bij voltooide tijd een .............. achter:
A
- t
B
- d
C
- dt
D
- en

Slide 16 - Quizvraag

Voltooide tijd van: ruiken
A
Ik heb geruikt
B
Ik heb geruikd
C
Ik heb geroken
D
Ik heb geruiken

Slide 17 - Quizvraag

Voltooide tijd van: fokken
A
ik heb gefokd
B
ik heb gefokt
C
ik weet het niet

Slide 18 - Quizvraag

Voltooide tijd van: kweken
A
ik heb gekweekt
B
ik heb gekweekd
C
ik weet het niet

Slide 19 - Quizvraag

Voltooide tijd van:

verwaarlozen
A
ik heb verwaarloosd
B
ik heb verwaarloost
C
ik weet het niet

Slide 20 - Quizvraag

Kijk mee op bladzijde 223 Opdracht 12

Slide 21 - Tekstslide

bewegen 
ik 
ik heb 
bijten
ik
ik heb
drinken
ik
ik heb
fluiten
ik
ik heb
kruipen
ik
ik heb
zwemmen
ik
ik heb
zoeken
ik
ik heb
drijven
ik
ik heb
graven
ik
ik heb
lijden
ik
ik heb

Slide 22 - Tekstslide

Kijk mee op bladzijde 225    

Slide 23 - Tekstslide

En nu door naar opdracht 15...

Slide 24 - Tekstslide

Het nieuwe dierenasiel is heel mooi geworden.

Slide 25 - Open vraag

Bart is op tijd vertrokken naar de bloemenveiling.

Slide 26 - Open vraag

Mijn ouders hebben dit weekend in de tuin gewerkt.

Slide 27 - Open vraag

De aap kan door Stichting Aap worden opgevangen.

Slide 28 - Open vraag

Mijn vriendin vindt het circus zielig voor dieren.

Slide 29 - Open vraag

Francien wil werken in het tuincentrum.

Slide 30 - Open vraag

Ceylan wil werken bij een dierenarts.

Slide 31 - Open vraag

Megan heeft gisteren de stallen schoongemaakt.

Slide 32 - Open vraag

Mijn broer kan heel goed met honden omgaan.

Slide 33 - Open vraag

Ik wil voor mijn verjaardag een feestje op de manege geven.

Slide 34 - Open vraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 35 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Mijn vriend

een film over de Noordpool

gezien.

heeft

gisteren

Slide 36 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Patrick

morgen

beginnen

gaat

aan een wandeltocht van 200 kilometer.

Slide 37 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Ik

ben

net

gegaan.

naar de manege

Slide 38 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 39 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

In de tuin van mijn buren 

groeit

een zeldzame plant.

Slide 40 - Sleepvraag

Huiswerk:
Mapopdracht 

Studiemeter: Via vervolg thema 3 Planten & dieren:

Slide 41 - Tekstslide