Les 3: Via Vervolg thema 3 Spelling & Grammatica

Spelling en grammatica
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat weten we nog?

- Onderwerp
- Persoonsvorm
- voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Als je een vraagzin maakt, dan komt de persoonsvorm vooraan.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Wat is een vraagzin?

Slide 3 - Quizvraag

De persoonsvorm is een werkwoord
A
klopt
B
klopt niet

Slide 4 - Quizvraag

De persoonsvorm is het belangrijkste .... in de zin
A
werkwoord
B
onderwerp
C
bijwoord
D
voltooide tijd

Slide 5 - Quizvraag

De ijsbeer heeft in de sneeuw gerold.

Wat is de persoonsvorm?
A
De ijsbeer
B
heeft
C
in de sneeuw
D
gerold

Slide 6 - Quizvraag

Verwaarloosde de man zijn hond expres?

Wat is de persoonsvorm?
A
Verwaarloosde
B
de man
C
zijn hond
D
expres

Slide 7 - Quizvraag

Het onderwerp kan je vinden door:

wie of wat doet iets in de zin?
A
Waar
B
Niet waar
C
Huh?
D
Wat?

Slide 8 - Quizvraag

Het meisje geeft haar hond een koekje.

Wat is het onderwerp?
A
Het meisje
B
geeft
C
haar hond
D
een koekje

Slide 9 - Quizvraag

Op de markt in het dorp verkopen de boeren hun zelfgemaakte kaas.

Wat is het onderwerp?
A
Op de markt in het dorp
B
verkopen
C
de boeren
D
hun zelfgemaakte kaas

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb.........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb..............
kraken - ik heb...........
zoenen - ik heb..........

 Ezelsbruggetje:        TaXiKoFSCHiP       of     'T SeXyFoKSCHaaP

Slide 12 - Tekstslide

Waarvoor kun je
TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP
gebruiken?
A
het onderwerp vinden
B
de persoonsvorm vinden
C
het voltooid deelwoord goed schrijven
D
weet ik niet

Slide 13 - Quizvraag

Zit de letter in:

TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP

dan komt er bij voltooide tijd een .............. achter:
A
- t
B
- d
C
- dt
D
- en

Slide 14 - Quizvraag

Voltooide tijd van: ruiken
A
Ik heb geruikt
B
Ik heb geruikd
C
Ik heb geroken
D
Ik heb geruiken

Slide 15 - Quizvraag

Voltooide tijd van: fokken
A
ik heb gefokd
B
ik heb gefokt
C
ik weet het niet

Slide 16 - Quizvraag

Voltooide tijd van: kweken
A
ik heb gekweekt
B
ik heb gekweekd
C
ik weet het niet

Slide 17 - Quizvraag

Voltooide tijd van:

verwaarlozen
A
ik heb verwaarloosd
B
ik heb verwaarloost
C
ik weet het niet

Slide 18 - Quizvraag

bewegen 
ik 
ik heb 
bijten
ik
ik heb
drinken
ik
ik heb
fluiten
ik
ik heb
kruipen
ik
ik heb
zwemmen
ik
ik heb
zoeken
ik
ik heb
drijven
ik
ik heb
graven
ik
ik heb
lijden
ik
ik heb

Slide 19 - Tekstslide

En nu door naar opdracht 15...

Slide 20 - Tekstslide

De school in Amsterdam is heel mooi geworden.

Slide 21 - Open vraag

De gymbus is op tijd vertrokken naar de les.

Slide 22 - Open vraag

De bal kan door Rebecca worden opgevangen.

Slide 23 - Open vraag

Angel en Rayan hebben dit weekend op de laptop gewerkt.

Slide 24 - Open vraag

Seb vindt het afschaffen van de telefoon geen goed idee.

Slide 25 - Open vraag

Arsh wil later werken in een groot bedrijf.

Slide 26 - Open vraag

Rayane en Furkan willen morgen een cadeau meenemen.

Slide 27 - Open vraag

Jailey heeft gisteren haar kamer helemaal schoongemaakt.

Slide 28 - Open vraag

Nahla kan heel goed met haar vrienden omgaan.

Slide 29 - Open vraag

Ik wil voor mijn verjaardag een feestje in het zwembad geven.

Slide 30 - Open vraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben
ons huiswerk

gemaakt

Slide 31 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Michael

een film over Fortnite

gezien.

heeft

gisteren

Slide 32 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
Asaad

morgen

beginnen

gaat

aan een zijn huiswerk.

Slide 33 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Ik

ben

net

gegaan.

naar school

Slide 34 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 35 - Sleepvraag

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde
In de kantine 
kan

lekkere broodjes
kopen
je

Slide 36 - Sleepvraag