module 7 hoofdstuk 2.4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

De bron geeft voor een Europees land de gemiddelde belasting- en premiedruk van een viertal heffingen.
Welke van onderstaande twee heffingen heeft gedeeltelijk een degressief verloop?

1. premie volksverzekeringen
2. inkomstenbelasting

Marjolein heeft een bruto-inkomen van € 25.218 met recht op € 7.000 aan aftrekposten en € 3.300 aan heffingskortingen.
Wat is haar marginale belastingtarief als zij € 2.000 meer gaat verdienen?

1. 33,45%
2. 41,95%
3. 42%
4. 52%

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je de inkomstenbelasting uitrekenen over box 1 en 3.

Inkomstenbelasting

Belastbaar inkomen

Belasting box 3

Welk bedrag aan belasting moet een persoon betalen bij een bruto-inkomen van € 34.000, € 3.000 aan aftrekposten en € 3.500 aan heffingskortingen?

Jeroen is 44 jaar en heeft een bruto-inkomen van € 32.500. Bereken hoeveel belasting hij moet betalen als hij recht heeft op € 2.500 aan aftrekposten en € 3.100 aan heffingskortingen. Rond de einduitkomst af op hele euro’s.325

Achmed is 74 jaar en heeft een bruto-inkomen van € 36.500, recht op € 3.000 aan aftrekposten en € 1.100 aan heffingskortingen.
Wat is zijn marginale belastingtarief als zijn inkomen met € 100 stijgt?

1. 19%
2. 24%
3. 42%
4. 52%

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je de inkomstenbelasting uitrekenen over box 1 en 3.

In welke mate is het lesdoel behaald?

1. 20%
2. 40%
3. 60%
4. 80%

Heb je nog vragen en/of onduidelijkheden?

Huiswerk

Digitaal maken hoofdstuk 2 module 7 vraag 19 t/m 26.