H7 §2a De overheid

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide

Rekenvraag:
Een feestwinkel heeft verschillende feestpakketten te koop. In totaal verkoopt de winkel 1.800 pakketten. 603 daarvan zijn sprookjespakketten. Hoeveel procent is dat?

Slide 3 - Open vraag

H7 §2a Sociale zekerheid

Slide 4 - Tekstslide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie
  • Oefen in LessonUp
  • Opdrachten maken in je boek
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 5 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
  1. Waterschappen
  2. subsidies
  3. accijns

Slide 6 - Tekstslide



Subsidie is....
A
... een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen.
B
...een bijzondere verbruiksbelasting op bepaalde goederen. De overheid heft deze belasting om het gebruik af te remmen.

Slide 7 - Quizvraag



Accijns is....
A
... een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen.
B
...een bijzondere verbruiksbelasting op bepaalde goederen. De overheid heft deze belasting om het gebruik af te remmen.

Slide 8 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een product waar de overheid accijns op heft:

Slide 9 - Woordweb

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?
6 t/m 10
(192-193)


Kijk je huiswerk nu na!

Slide 10 - Tekstslide


Lesdoel:
Ik weet:
  • wat sociale zekerheid is
  • waarom er sociale zekerheid is
  • wat het solidariteitsbeginsel is

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zorgt de overheid voor ons?


Nederland is een verzorgingsstaat.

Dat betekent dat de overheid voor (bijna) gratis dingen zorgt voor de inwoners in Nederland, zoals:
  • onderwijs en 
  • zorg 
 



Slide 12 - Tekstslide

Hoe zorgt de overheid voor ons?


Ook wil de overheid dat iedereen in Nederland geld heeft om te kunnen leven. Met een moeilijk woord dat iedereen bestaanszekerheid heeft. Als het jou zelf niet lukt om voor jezelf te zorgen, dan doet de overheid dat.
Daarvoor heeft de overheid een minimum bedrag bedacht dat je nodig hebt om van te leven. Dat noemen we het sociaal minimum




Slide 13 - Tekstslide

Wat is sociaal minimum in 2023

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zorgt de overheid voor ons?


Voorbeelden van manieren hoe onze overheid voor de Nederlandse inwoners zorgt zijn:
  • een ziektewet uitkering te geven aan zieke mensen
  • een werkloosheid uitkering geven aan mensen die tijdelijk geen baan hebben
  • een arbeidsongeschiktheids uitkering geven aan mensen die bijvoorbeeld gehandicapt zijn en niet kunnen werken.
Uitkeringen horen bij de sociale zekerheid





Slide 15 - Tekstslide

Waarom doet de overheid dat?


Nederlands is een verzorgingsstaat omdat we hebben afgesproken dat we het in Nederland belangrijk vinden dat de sterken de zwakken helpen

Met een moeilijk woord: het solidariteitsbeginsel

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werkt het solidariteitsbeginsel?


actieven (werkenden) betalen voor niet-actieven.
Hoe?
Werknemers betalen over hun brutoloon aan de overheid:
  • sociale premies
  • belastingen
Daarmee betaalt de overheid de uitkeringen en ook de toeslagen aan de inwoners van Nederland

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn toeslagen?


Als jouw inkomen te laag is dan kun je hulp krijgen van de overheid om sommige dingen te kunnen betalen. Dat noem je een toeslag.
De overheid geeft jou dan geld om bijvoorbeeld:
  • je huur te kunnen betalen (huurtoeslag) of
  • je zorgverzekering te kunnen betalen (zorgtoeslag)
Toeslagen horen ook bij de sociale zekerheid

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Kinderbijslag
Kinderbijslag hoort ook bij de toeslagen. De overheid betaalt aan ouders elk kwartaal (dat is 1x in de 3 maanden) een bedrag om ze te helpen voor hun kinderen te zorgen.
Bedragen in 2023:

Slide 20 - Tekstslide

Anne en Johan hebben een dochtertje van 4 jaar en een zoon van 11 jaar. Bereken hoeveel kinderbijslag zij gemiddeld per maand ontvangen.
A
€ 539,52
B
€ 655,12
C
€ 597,32
D
€ 655,13

Slide 21 - Quizvraag


Het bedrag dat je nodig hebt om van te leven, noem je het...
A
uitkering
B
sociale zekerheid
C
sociaal minimum
D
verzorgingsstaat

Slide 22 - Quizvraag


Nederland is alles goed geregeld.
Nederland is een...
A
uitkering
B
sociale zekerheid
C
sociaal minimum
D
verzorgingsstaat

Slide 23 - Quizvraag

Maak opdracht 
2, 4 en 5
(194-195)


timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide


Wat was het lesdoel?
  1. wat is sociale zekerheid?
  2. waarom is er sociale zekerheid?
  3. wat betekent het solidariteitsbeginsel?


Slide 25 - Tekstslide


Antwoorden
  1. De uitkeringen en de toeslagen die de overheid betaalt aan de inwoners van Nederland om ze te helpen
  2. In Nederland vinden we het belangrijk dat er voor alle mensen wordt gezorgd. Nederland is een verzorgingsstaat
  3. Het solidariteitsbeginsel houdt in dat de sterken voor de zwakken zorgen.

Slide 26 - Tekstslide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat heb je vandaag geleerd dat je nog niet wist?
  3. Wat ik nog wil vragen is?


Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk:

Maak opdracht 
2, 4 en 5
(194-195)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Sociaal minimum


De overheid heeft een 
minimumbedrag 
vastgesteld dat je nodig 
hebt om van te leven.
 Iemand die dit bedrag 
niet zelf kan verdienen 
heeft recht op een (aanvullende) uitkering.


Slide 30 - Tekstslide

Sociale zekerheid


De sociale zekerheid in Nederland is in wetten geregeld en bestaat uit:
  1. sociale verzekeringen
  2. sociale voorzieningen




Slide 31 - Tekstslide

Sociale verzekeringen


Voor sociale verzekeringen betaal je premie die wordt ingehouden op je loon.
Er zijn twee sociale verzekeringen:
  • Werknemersverzekeringen zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben. Een voorbeeld is de WW.
  • Volksverzekeringen zijn voor alle inwoners van Nederland. Bijvoorbeeld de AOW voor ouderen.





Slide 32 - Tekstslide

Sociale voorzieningen


Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met geld uit de belasting-opbrengsten.

Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag en de bijstand.





Slide 33 - Tekstslide

Zorgtoeslag
Om zorgtoeslag te krijgen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
- U bent 18 jaar of ouder.
- U hebt een Nederlandse zorgverzekering.
- Uw inkomen is maximaal € 31.998.
- U hebt de Nederlandse nationaliteit of bent legaal in Nederland

Slide 34 - Tekstslide

Krijgt iemand met een inkomen van € 21.500 net zo veel zorgtoeslag als iemand met een inkomen van € 18.250, denk je?
Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Bert is 43. Hij is gescheiden en woont alleen. Zijn vaste lasten zijn per maand:
- huur € 650;
- energie en water € 145;
- verzekeringen € 164;
- tv, telefoon en internet € 58;
- gemeentelijke belastingen € 53.
Wat houdt Bart over per maand voor andere dingen?

Slide 38 - Open vraag


Heeft AOW te maken met de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quizvraag


Heeft kinderbijslag te maken met
de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag


Hebben de werknemersverzekeringen te maken met de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag


Hebben de werknemersverzekeringen te maken met de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quizvraag


Heeft de bijstand te maken met
de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quizvraag


Hebben de volksverzekeringen te maken met
de sociale verzekeringen?

A
ja
B
nee

Slide 44 - Quizvraag


De sociale voorzieningen worden betaald met...
A
geld uit belastingopbrengsten.
B
werknemers- en werkgeverspremies.
C
het brutoloon.
D
de volksverzekeringen.

Slide 45 - Quizvraag