Verhaalanalyse 1

Verhaalanalyse
Wat weet je nog van...?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verhaalanalyse
Wat weet je nog van...?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdvertraging of tijdverdichting?
De deurbel, tweemaal: eerst kort en aarzelend, dan lang en nadrukkelijk. Het snerpende geluid joeg de Noorse boskatten elke keer weer de stuipen op het lijf, en deed ze alle kanten uit stuiven om een goed heenkomen te zoeken – reden voor Mirjam om op weekdagen ’s morgens wanneer de postbode kon aanbellen met een pakje, de elektrische schel vaak af te zetten.
A
Tijdvertraging
B
Tijdverdichting

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vertelde tijd =

A
Het aantal bladzijden of woorden
B
De tijd die in het verhaal verstrijkt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sujet is de volgorde waarop de lezer de gebeurtenissen voorgeschoteld krijgt.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 

Slide 5 - Tekstslide

Kunnen leerlingen nog meer voorbeelden noemen?
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters / types 

Slide 6 - Tekstslide

Kunnen leerlingen kenmerken noemen? (komen op volgende slide)
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters 
Ontwikkelt zich/gevoelens 
Oppervlakkig/altijd hetzelfde

Slide 7 - Tekstslide

Kunnen leerlingen kenmerken noemen? (komen op volgende slide)
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters 
Ontwikkelt zich/gevoelens 
Oppervlakkig/altijd hetzelfde
Held/anti-held 
Functie: denk aan sprookjes

Slide 8 - Tekstslide

De opgesloten prinses, boze stiefmoeder, dappere ridder, boze wolf, slimme vos, etc..... 
Personages
Speaking names:

Sara Burgerhart               meneer Droogstopppel             Slijmering 

dominee Wawelaar        mevrouw Van Gruwelingen

Slide 9 - Tekstslide

Wat zegt de naam over de karakters van deze personages? 
Je kunt een 'round character' herkennen aan:
A
Hij/zij doet altijd hetzelfde
B
Heeft een specifieke functie
C
De lezer komt achter zijn/haar gevoelens
D
Hij/zij is oppervlakkig

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees het korte verhaal 'Hoela'
van Cees Nooteboom

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit verhaal heb ik met plezier gelezen
Ja
nee

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Het verhaal gaat over twee neefjes, Arthur en de hij-figuur. Citeer de zin waaruit de waardering van de familie, uitgesproken door een van de familieleden, voor Arthur en de hij-figuur het duidelijkst blijkt.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In dit verhaal staan twee open plekken centraal: wat gebeurt er met Arthur en hoe reageert de hij-figuur daarop? Geef van beide open plekken de invulling.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je begrip opbrengen voor het gedrag van de hij-figuur ten opzichte van zijn neefje?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijd 
Chronologisch verhaal: 
gebeurtenis A, B, C, D, E, ................. 

Fabel:
Gebeurtenis A, B, C, D, E, ..............

Slide 16 - Tekstslide

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Fabel:
Gebeurtenis A, B, C, D, E, ..............

Sujet:
Gebeurtenis B, C, D, A, E, Z, F, G .........
        Flashback!                                    Flash forward!

Slide 17 - Tekstslide

Fabel: Volgorde van de gebeurtenissen in het boek. 

Sujet: Volgorde waarin de lezer de gebeurtenissen voorgeschoteld krijgt. 

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Tijdverdichting:
"Zo bracht zij jaren in dit ouderwetse huisje door, waarin dag in dag uit een muffe kelderlucht, als van zure appels, werd uitgewasemd. (....) Een nicht, die haar na een paar jaar kwam bezoeken ..............." 

Slide 18 - Tekstslide

Aan welke woorden zie je dat er veel tijd verstrijkt? 

Waarom doet een schrijver dit?
Tijd 
Tijdvertraging:
"Hij begon de trap langzaam en als een afgericht dier te bestijgen. Als mijn vader generaal was geweest en ook mijn grootvader, dacht hij, dan ....blablablabla.....
Zijn voetstappen deden de koperen roetjes rillen op deze trap waarlangs hij aan niets ontstijgen kon en .....blablabla.... 
Hij begon nu aan de laatste treden...."  

Slide 19 - Tekstslide

Waar zie je aan dat er weinig tijd verstrijkt? Wat is het effect? 

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Vertelde tijd:
Uren, dagen, jaren, decenia in het verhaal.

Verteltijd:
Aantal bladzijden of woorden. 

Slide 20 - Tekstslide

Juiste de interactie tussen de twee maakt het interessant 
Spanning en open plekken
Open plekken roepen vragen op bij de lezer 

Tegenstrijdig informatie 

Waarom gedraagt een personage zich zo? 

Niet ingevulde stukken die je als lezer wilt invullen 

Slide 21 - Tekstslide

waarom doet een schrijver dat?