Verhaalanalyse 1

Verhaalanalyse 4VA
Les 1 
23 september 2022
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verhaalanalyse 4VA
Les 1 
23 september 2022

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze lessen
- Begrippen  --> PO1

- Basis voor literatuur in de bovenbouw 

-  'Gereedschap' om boeken/verhalen beter te begrijpen 

- Meer ervaring --> makkelijker en leuker! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma (1) 
Les 1 
- Uitleg + oefenen eerste deel literaire begrippen
- Samen kort verhaal lezen 
- Zelf toetsvragen ontwikkelen (in groepjes) 

Les 2 
- Uitleg + oefenen tweede deel literaire begrippen 
- Samen kort verhaal lezen 
- Zelf toetsvragen ontwikkelen (in groepjes) 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma (2)
Les 3:
- Zelfontwikkelde toets maken (formatief) 
- Begrippen in je eigen leesboek checken 

Les 4: 
- Samen een kort verhaal bespreken
- Werken aan PO1  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Personages

Tijd

spanning/open plekken 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijd

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spanning / open plek

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters / types 

Slide 9 - Tekstslide

Kunnen leerlingen kenmerken noemen? (komen op volgende slide)
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters 
Ontwikkelt zich/gevoelens 
Oppervlakkig/altijd hetzelfde

Slide 10 - Tekstslide

Kunnen leerlingen kenmerken noemen? (komen op volgende slide)
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 

Slide 11 - Tekstslide

Kunnen leerlingen nog meer voorbeelden noemen?
Personages 
Hoofdfiguren 
Bijfiguren 
Round characters 
Flat characters 
Ontwikkelt zich/gevoelens 
Oppervlakkig/altijd hetzelfde
Held/anti-held 
Functie: denk aan sprookjes

Slide 12 - Tekstslide

De opgesloten prinses, boze stiefmoeder, dappere ridder, boze wolf, slimme vos, etc..... 
Personages
Speaking names:

Sara Burgerhart               Meneer Droogstopppel             Slijmering 

dominee Wawelaar        Mevrouw Van Gruwelingen

Slide 13 - Tekstslide

Wat zegt de naam over de karakters van deze personages? 
Tijd 
Chronologisch verhaal: 
gebeurtenis A, B, C, D, E, ................. 

Fabel:
Gebeurtenis A, B, C, D, E, ..............

Slide 14 - Tekstslide

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Fabel:
Gebeurtenis A, B, C, D, E, ..............

Sujet:
Gebeurtenis B, C, D, A, E, Z, F, G .........
        Flashback!                                    Flash forward!

Slide 15 - Tekstslide

Fabel: Volgorde van de gebeurtenissen in het boek. 

Sujet: Volgorde waarin de lezer de gebeurtenissen voorgeschoteld krijgt. 

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Tijdverdichting:
"Zo bracht zij jaren in dit ouderwetse huisje door, waarin dag in dag uit een muffe kelderlucht, als van zure appels, werd uitgewasemd. (....) Een nicht, die haar na een paar jaar kwam bezoeken ..............." 

Slide 16 - Tekstslide

Aan welke woorden zie je dat er veel tijd verstrijkt? 

Waarom doet een schrijver dit?
Tijd 
Tijdvertraging:
"Hij begon de trap langzaam en als een afgericht dier te bestijgen. Als mijn vader generaal was geweest en ook mijn grootvader, dacht hij, dan ....blablablabla.....
Zijn voetstappen deden de koperen roetjes rillen op deze trap waarlangs hij aan niets ontstijgen kon en .....blablabla.... 
Hij begon nu aan de laatste treden...."  

Slide 17 - Tekstslide

Waar zie je aan dat er weinig tijd verstrijkt? Wat is het effect? 

Waarom speelt een schrijver met tijd? 
Tijd 
Vertelde tijd:
Uren, dagen, jaren, decenia in het verhaal.

Verteltijd:
Aantal bladzijden of woorden. 

Slide 18 - Tekstslide

Juiste de interactie tussen de twee maakt het interessant 
Spanning en open plekken
Open plekken roepen vragen op bij de lezer 

Tegenstrijdige informatie 

Waarom gedraagt een personage zich zo? 

Niet ingevulde stukken die je als lezer wilt invullen 

Slide 19 - Tekstslide

waarom doet een schrijver dat? 
Je kunt een 'round character' herkennen aan:
A
Hij/zij doet altijd hetzelfde
B
Heeft een specifieke functie
C
De lezer komt achter zijn/haar gevoelens
D
Hij/zij is oppervlakkig

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sujet is de volgorde waarop de lezer de gebeurtenissen voorgeschoteld krijgt.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdvertraging of tijdverdichting?
De deurbel, tweemaal: eerst kort en aarzelend, dan lang en nadrukkelijk. Het snerpende geluid joeg de Noorse boskatten elke keer weer de stuipen op het lijf, en deed ze alle kanten uit stuiven om een goed heenkomen te zoeken – reden voor Mirjam om op weekdagen ’s morgens wanneer de postbode kon aanbellen met een pakje, de elektrische schel vaak af te zetten.
A
Tijdvertraging
B
Tijdverdichting

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vertelde tijd =

A
Het aantal bladzijden of woorden
B
De tijd die in het verhaal verstrijkt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar het korte verhaal 'Hoela'
van Cees Nooteboom

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Goede' vragen 

Het verhaal gaat over twee neefjes, Arthur en de hij-figuur. Citeer de zin waaruit de waardering van de familie, uitgesproken door een van de familieleden, voor Arthur en de hij-figuur het duidelijkst blijkt. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Goede' vragen

In dit verhaal staan twee open plekken centraal: wat gebeurt er met Arthur en hoe reageert de hij-figuur daarop? Geef van beide open plekken de invulling.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Goede' vragen 

Wat vinden jullie van het gedrag van de hij-figuur? Leg beargumenteerd uit of je het gedrag van de hij-figuur ten opzichte van zijn neefje kunt begrijpen of niet.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om je op weg te helpen
Hoe leert de lezers de personages kennen? 

Is er sprake van een tijdsprong? Of meerdere? 

Tijdsverdichting/vertraging? 

Welke informatie moet de lezer zelf invullen? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
In groepjes van 3/4  -> één persoon schrijft.

Kies een verhaal. 

Overleg en ontwikkel vragen over personages, tijd of spanning/open plekken.

Ontwikkel (kies de beste) drie vragen (en antwoordmodel!) en lever bij mij in. 

Slide 29 - Tekstslide

Organiseren: één begrip per groepje (x2) 
Hoe vonden jullie deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies