Let op de werkwoordstijden!
1) Als de rest van de in tegenwoordige tijd staat, dan de dat-zin ook.
Als de rest van de in verleden tijd staat, dan de dat-zin ook.
2) Zie je een praesens infinitivus in de A.c.I.? Vertaal dan een onvoltooide tijd in de dat-zin.
Zie je een perfectum infinitivus in de A.c.I.? Vertaal dan een voltooide tijd in de dat-zin.