Verpleegtechnisch handelen 1

Verpleegtechnisch handelen 1
Les 3: Insuline toedienen en bloedsuiker prikken
Introductie + Wet BIG
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verpleegtechnisch handelen 1
Les 3: Insuline toedienen en bloedsuiker prikken
Introductie + Wet BIG

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
  • Planning
  • Lesdoelen
  • Toets
  • Insuline toedienen
  • Opdracht
  • Bloedglucose meten
  • Werken aan deelopdrachten
  • Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan vertellen wat de indicatie is van insuline toedienen
  • De student kan vertellen welke soorten insuline er zijn
  • De student kan vertellen wat de geschikte injectieplaatsen zijn voor het toedienen van insuline toedienen
  • De student kan vertellen welke complicaties er kunnen optreden bij het toedienen van insuline en bloedglucosewaarde meten
  • De student kan aandachtspunten benoemen bij het toedienen van insuline en bloedglucosewaarde meten

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over insuline toedienen?

Slide 5 - Woordweb

Insuline toedienen
Indicaties voor een behandeling met insuline is:
  • Diabetes type 1
  • Diabetes type 2


Slide 6 - Tekstslide

Soorten insuline
Insuline is te onderscheiden in soort, insulineprofiel en uiterlijk.

Soort: insuline kan zowel humaan als analoog zijn
Insulineprofiel: De snelheid waarmee de insuline werkt
Uiterlijk: Insuline kan helder of troebel zijn

Slide 7 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Observeer de huid voor het injecteren
  • Bewaren op kamertemperatuur
  • Voorraad bewaren in koelkast
  • Voor elke injectie gebruik je een nieuwe naald
  • Troebele insuline minstens 10 keer zwenken.
  • Vervang bij troebele insuline de patroon wanneer deze 12 IE of minder bevat. Bij minder dan 12 IE kan de insuline niet mengen.
  • Grote dosis (meer dan 50 IE) splits je bij voorkeur op in twee injecties
  • Functietest

Slide 8 - Tekstslide

Complicaties 
  • Toedienen van te veel of te weinig insuline
  • Het doseersysteem blokkeert bij instellen
  • Spuitplekken

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn geschikte injectieplaatsen?

Slide 10 - Woordweb

Injectieplaats bepalen
Geschikte injectiegebieden voor het subcutaan injecteren van insuline zijn:
  • De voorkant van de buik, tot aan de flanken
  • Boven/ buitenkant van het bovenbeen
  • Billen, bovenste buitenste kwadrant

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
In groepjes van 5 studenten:

Jullie gaan de insuline, indicatie en bijwerkingen verzamelen onder de juiste medicatiegroep

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je over bloedglucosewaarde meten?

Slide 13 - Woordweb

Aandachtspunten
  • Handen wassen met warm water en zeep
  • Gebruik tweede druppel voor de meting
  • Voorkom stuwing bij het verkrijgen van een bloeddruppel
  • Geschikte plaatsen om te prikken zijn de zijkant van de top van de ring-, middelvinger of pink. 


Slide 14 - Tekstslide

Complicaties
  • Risico op bloedcontact
  • Er vormt geen geschikte bloeddruppel
  • Het testveld vult zich niet direct goed met bloed
  • De meter geeft geen bloedglucosewaarde aan

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een goede bloedglucosewaarde?
Bloedglucosenwaarden in mmol
Nuchter
Niet nuchter
Normaal
Lager dan 6,1
Lager dan 7,8
Diabetes mellitus
Hoger dan 6,9
Hoger dan 11,0

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan vertellen wat de indicatie is van insuline toedienen
  • De student kan vertellen welke soorten insuline er zijn
  • De student kan vertellen wat de geschikte injectieplaatsen zijn voor het toedienen van insuline toedienen
  • De student kan vertellen welke complicaties er kunnen optreden bij het toedienen van insuline en bloedglucosewaarde meten
  • De student kan aandachtspunten benoemen bij het toedienen van insuline en bloedglucosewaarde meten

Slide 17 - Tekstslide

Vooruitblik
4 oktober:
Injecteren

Huiswerk:
Deelopdracht 1 t/m 3 af

Slide 18 - Tekstslide